Shutterstock

Achtergrond Frites

Fritesindustrie België verwikkeld in patatoorlog

18 Mei 2021 - Niels van der Boom1 reactie

Het kleine Europese land België is wereldwijd de onbetwiste koning van de frites. In een krappe 30 jaar tijd groeide de sector met 1000%. Als het aan fritesproducent Clarebout ligt wordt de productiecapaciteit in het land met nog eens een derde opgehoogd, door de komst van een nieuwe fabriek. Lokaal protest hiertegen groeit uit in de vraag of ongebreidelde groei van de aardappelsector wel houdbaar is in het land.

Lees Foodbusiness 14 dagen gratis

Maak gratis én vrijblijvend 14 dagen kennis
met onze marktinformatie

Onbeperkt alles lezen?

Kies het abonnement dat het beste bij u past

  • Toegang tot alle Premium marktinformatie
  • Technische Analyse van grondstoffen en valuta
  • Inzicht in actuele prijzen en noteringen
Voordeligste keuze
Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

De Britse krant The Guardian dook in de Belgische friteswereld en schetst een beeld van de ongelofelijke groei die de aardappelteelt en de verwerking hebben doorgemaakt. Deze groei heeft ook een keerzijde. De aardappelteelt wordt steeds meer een monocultuur en het zijn vooral de fabrieken die beter worden van de groei, niet de telers. Als het aan Céline Tellier ligt, minister voor Natuur & Omgeving in Wallonië,  is dat geen volhoudbaar model. Wereldwijd fastfood exporteren is niet haar toekomstbeeld.

Twee fabrieken
Directe aanleiding voor het debat is de komst van een nieuwe fabriek voor productie van bevroren frites in het dorp Frameries. Dat ligt ten westen van Charleroi, vlakbij de Franse grens. Daarmee wil Clarebout, 's werelds grootste fritesexporteur, de Belgische productie met wel een derde laten groeien, zo meldt het Guardian-artikel. Overigens heeft het bedrijf ook plannen om in Duinkerke een fabriek te gaan bouwen. De vergunning daarvoor is binnen, maar aan beide kanten van de grens is er protest van omwonenden. Ze klagen over overlast door geluid en stank. Ook zou het bedrijf slecht omgaan met zijn medewerkers volgens tegenstanders.

De komst van Clarebout werd in Frameries aanvankelijk met veel gejuich ontvangen. De achtergebleven streek kent veel werkeloosheid. Een fabriek die 300 banen moet opleveren is daardoor een mooie opsteker voor de plaats. Inmiddels is dat sentiment omgeslagen en hebben mensen in het gebied actiegroeperingen opgericht zoals 'La Nature sans Friture'. Die verzet zich niet alleen tegen de komst van Clarebout, maar tegen de industriële aardappelteelt in het algemeen. Overigens protesteren er ook boeren mee met de omwonenden net als NGO's als Greenpeace en Oxfarm.

Deadline niet gehaald
Clarebout had aanvankelijk gepland om eind 2019 of begin 2020 te starten met de bouw van hun fabriek, naast de opslagfaciliteiten die er al zijn gebouwd. Ondertussen is de locatie meer omstreden dan ooit en duurt het nog wel even voor er een fabriek staat. De tegenstanders hebben hun protesten verlegd van louter Clarebout naar de teelt van fritesaardappelen in het algemeen.

Tien jaar geleden nam België het stokje van Nederland over in de wereldwijde fritesproductie en -export. Het areaal groeide behoorlijk en de export explodeerde. Geen land ter wereld kan tegen zulke scherpe prijzen frites leveren. De aardappelteelt was traditioneel al sterk aanwezig in Vlaanderen, maar de laatste twintig jaar nam de teelt in Wallonië en Noord-Frankrijk ook sterk toe. De grote graanboeren zagen met contractaardappelen het rendement toenemen of verhuurden hun land aan Belgische of Nederlandse telers tegen hoge prijzen. Wat de protestorganisaties steekt is dat bij de teelt relatief veel gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Niet duurzaam, zo oordelen ze. Daarbij worden – terecht of niet – parallellen getrokken met de sojateelt in Zuid-Amerika.

Monstergroei
Je zou denken dat aardappeltelers staan te springen op uitbreiding van de fritessector. Met geprognotiseerd 2.800 ton eindproduct per dag heeft Clarebout namelijk dagelijks 4.000 ton aardappelen nodig om hun lijnen op volle capaciteit te laten draaien. In de praktijk ligt dat genuanceerder, maar het opgegeven volume van een half miljoen ton op jaarbasis is nog steeds gigantisch. Die moet het bedrijf vooral uit Frankrijk zien te halen, waar meer ruimte voor groei mogelijk is. Daarbij zijn er ook kapers op de kust, want ook de concurrenten breiden uit of bouwen nieuwe fabrieken. Toch hebben teeltbedrijven lang niet allemaal van die concurrentiestrijd en groei geprofiteerd. Er zijn weliswaar grote gespecialiseerde telers ontstaan maar de teelt is er een van contracten met flinterdunne marges. Zeker wanneer extreem weer als droogte en neerslag roet in het eten gooien.

Als het aan de NGO's en lokale protestgroepen ligt worden 'frieten' lokaal genuttigd en niet industrieel geproduceerd en wereldwijd geëxporteerd. De sector zelf – waarvan 90% door zes bedrijven wordt beheerst – ziet dat uiteraard anders. Zo zijn er veel landen in Zuid-Amerika en China – maar ook de Verenigde Staten – die veel meer frites eten dan ze kunnen produceren. Zo groeide de Belgische export met 1.000% in 28 jaar tijd.

Tweestrijd
Lukt het de actievoerders om in België het onderwerp breed aan te kaarten dan kunnen de gevolgen ook voor de concurrenten groot zijn. Onder andere het Nederlandse Aviko Potato bouwt momenteel aan een nieuwe fabriek in het Vlaamse Poperinge. Afgelopen jaar steunde de Vlaamse overheid dit project nog met €1 miljoen. Met een jaarlijkse verwerking van 175.000 ton aardappelen is de fabriek wel een stukje kleiner dan Clarebout. Aan beide zijden van de Belgisch-Franse grens wordt op groei ingestoken. Zo komen de ambities van de agro-industrie en bezorgde burgers steeds verder uit elkaar te liggen.

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden