Keurmerken, labels, duurzaamheidsinitiatieven. Verpakkingen wordt steeds voller, maar ook informatiever. Een aantal jaar terug introduceerde Frankrijk de 'Nutri-Score', waarmee het consumenten wilde stimuleren een gezondere keuze te maken. Een succes en inmiddels wordt het, vooral in de Europese Unie, volop toegepast. De Wereldgezondheidsorganisatie ziet het potentieel en onderzocht of het ook in andere landen kan helpen om overgewicht tegen te gaan. Wat blijkt daaruit? En, inmiddels is ook een 'Eco-Score' in de maak. Hoe werkt die precies?
Het label 'Nutri-Score' werd in 2017 ontwikkeld in Frankrijk en daar dat jaar ook voor het eerst toegepast. Sindsdien heeft het een vlucht naar boven genomen en wordt het gebruikt in België, Duitsland, Spanje, Luxemburg, Zwitserland én in ons eigen kikkerlandje. De zogenaamde 'Nutri-Score' rangschikt voedingsmiddelen van -15 voor het 'gezondste' product tot +50 voor producten die 'minder gezond' zijn. Op basis van deze score krijgt het een bijbehorende kleurcode: van donkergroen (A) tot donkerrood (F).
Marokko als nieuwe testcase
Onderzoek heeft al wel aangetoond dat de Nutri-Score ervoor zorgt dat consumenten beter worden in het onderscheiden van voedingsmiddelen op basis van de samenstelling. Maar, is het ook effectief om te helpen bij het beoordelen van de kwaliteit? De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft geprobeerd om dat uit te zoeken, met Marokko als testcase. In Marokko neemt het aantal mensen met overgewicht stevig toe: van 13,2% van de totale bevolking in 2007 naar ongeveer 20% in 2018. De regering erkent het probleem en is al begonnen met het specificeren van calorieën in voedingsmiddelen, maar het is niet voldoende. "Er is bezorgdheid over het feit dat dergelijke etikettering niet toegankelijk genoeg is voor consumenten", aldus de WHO.
Nutri-Score is in het onderzoek van de WHO vergeleken met drie andere labels: Het waarschuwingssymbool dat in Chili wordt gebruikt (de RIW), het systeem dat in Australië en Nieuw-Zeeland gebruikelijk is (de Health Star Rating) en de tactiek die het Verenigd Koninkrijk hanteert (een stoplicht). Uit het onderzoek – onder 814 Marokkaanse consumenten – bleek dat Nutri-Score het meest effectief is als het gaat om het vermogen om producten correct te classificeren op basis van de kwaliteit. "Over het algemeen ontving Nutri-Score het grootste aantal positieve reacties met betrekking tot gemak en begrijpelijkheid."
In totaal gaf 64,9% van de respondenten het aan als hun voorkeurslabel. Slechts 7,1% noemde het de minst geprefereerde. "Deze resultaten komen overeen met onderzoeken die aantonen dat Nutri-Score de voorkeur lijkt te hebben in vergelijking tot andere labels", aldus de auteurs van het onderzoek. Het feit dat Nutri-Score op kleuren is gebaseerd, werd ook als voordeel opgemerkt, gezien het etiketteringsschema voor iedereen begrijpelijk is, zelfs voor degenen die niet kunnen lezen. Kortom: de WHO raadt het aan.
Eco-Score in de maak
En het succes van het label wordt doorgezet. Zo is er nu ook een Eco-Score gelanceerd. En ook dat label maakt een vliegende start, voortbordurend op het succes van de Nutri-Score. Zowel Lidl als de Belgische supermarkt Colruyt hebben al interesse getond om deze milieugids voor consumenten te gebruiken. Net zoals Nutri-Score aanmoedigt om een gezondere keuze te maken, zo wil Eco-Score het voor consumenten makkelijker maken om rekening te houden met de milieu- en ecologische impact van voedsel.
En hoewel er al veel duurzaamheidskeurmerken zijn, stellen de Fransen dat Eco-Score uniek is vanwege de integratie van vele duurzaamheidsaspecten in één label. Een label als 'Fairtrade' of 'On the way to Planetproof' houdt volgens onderzoekers geen rekening met de totale ecologische voetafdruk van een product, maar richt zich eerder op de productiemethode. Kortom: het transport overzees wordt bijvoorbeeld niet meegerekend. "Een fairtrade, biologische banaan kan nog altijd een grotere milieu-impact hebben dan een conventionele appel. Eco-Score legt de totale ecologische voetafdruk vast, waardoor het voor consumenten gemakkelijker wordt om producten te vergelijken." Dit wordt uitgedrukt in een score van A tot E, vergelijkbaar met Nutri-Score. Uit onderzoek blijkt dat veel consumenten ook behoefte hebben aan deze simpele manier van communicatie.
Een bijkomend voordeel is volgens de ontwikkelaars dat voedingsmiddelenproducenten kunnen gaan concurreren op duurzaamheid. "Het is te verwachten dat zij hun aanbod zullen aanpassen of herformuleren om een hogere Eco-Score te behalen dan de concurrentie. Óf ze kunnen door distributeurs worden gevraagd om hun score te verbeteren, vooral in het geval van huismerkproducten. Hierdoor gaan voedselproducenten directer concurreren op duurzaamheid", stellen zij.
Dat is overigens geen gemakkelijke taak. Om bonuspunten te behalen, moet een producent niet alleen duurzamere praktijken implementeren, maar deze ook bewijzen. "Daarom loont transparantie. Hoe meer informatie over herkomst, duurzame verpakking of productiemethode, hoe groter de kans dat de score wordt geüpgraded."