De stemming op de uienmarkt verschuift iets. De export loopt gestaag door en de werkvoorraad van sorteerbedrijven raakt uitgedund. Dat zorgt ervoor dat handelaren weer meer de boer op gaan.
Er is in week 10 en 11 respectievelijk 18.000 en 16.000 ton geëxporteerd. De grootste afzetmarkt voor de Nederlandse uien was in de genoemde weken Groot-Brittannië. Hoewel de export goed doorloopt, zijn zijn de cijfers niet spectaculair te noemen. De totale export voor dit seizoen staat inmiddels op 1.036.276 ton uien. Dat is wel een record.
De sorteerbedrijven hebben eerder in het seizoen al uien vastgelegd. Die werkvoorraad begint nu echter op te raken. Om nieuwe orders in te vullen, gaat de handel weer meer de boer op. Dat is te merken aan de noteringen van de telersprijzen op de regionale beurzen. Die zitten namelijk voorzichtig in de lift. Vooral de grove uien, die veelal gevraagd worden voor export naar bestemmingen in Europa, zijn gezocht. Het optimisme onder telers neemt zodoende ook toe.
Baalprijs stijgt onvoldoende mee
De baalprijzen voor gesorteerde uien laten echter een iets ander beeld zien. De notering van grove uien (groter dan 80 millimeter) blijft stijgen en vorige week lag de prijs bij DCA op €19,00 per 100 kilo. Voor één maat kleiner vond een correctie plaats van €0,50 tot €17,00 per 100 kilo. De notering voor fijne uien, waar minder belangstelling voor is in Europa, deden zelfs een stapje terug.
Het verschil tussen hoe telers en hoe verwerkers de ontwikkelingen op de markt zien, zorgt voor spanning. De telers zien een gezonde vraag en flink geslonken voorraad en verwachten dat er meer in het vat zit richting het einde van het seizoen. De relatief koude periode geeft wat extra moed dat nieuwe uien niet overdreven vroeg beschikbaar komen. Sorteerders kijken naar de ontwikkeling van de baalprijzen. Het lukt volgens hen onvoldoende om die omhoog te krijgen - mede door de relatief hoge transportkosten. Dus is er onvoldoende reden om voor een hogere telersprijs.