De graankoersen lieten geen grote uitspattingen zien de afgelopen handelssessie. Onder de oppervlakte blijft het echter sluimeren. De tarwe in de VS staat er slecht op, zo is wederom bevestigd in het Crop Progress-rapport. Een enkeling trekt zelfs al de vergelijking met 1935, de beruchte 'dust bowl'. Voor Oekraïense graantelers wordt de export nijpend. De twee belangrijkste routes staan op de tocht.
Het meicontract voor tarwe op de Matif leverde gisteren €2,25 in en sloot daarmee op €237 per ton. Op de CBoT deed tarwe eveneens een stapje terug en zakte met 1% naar $6.41 per bushel. Soja liet gisteren de kleinst mogelijke daling zien en leverde ¼¢ in om te sluiten op $14.68¾ per bushel. Maïs sloot wel in het groen en pluste 0,5% om te sluiten op 6.56½ per bushel.
De Amerikaanse boeren houden de gang erin met het zaaien van maïs. Dat blijkt uit het Crop Progress-rapport van het USDA dat gisterenavond Nederlandse tijd uit kwam. 49% van het geplande areaal zit nu in de grond tegen 42% in het vijfjarige gemiddelde. De regen van vorige week heeft het zaaien dus weinig gehinderd. Ook met de soja loopt het soepel. Van het geplande areaal zit 35% in de grond. Het vijfjarige gemiddelde staat voor deze week op 21%.
Over tarwe komt minder positief nieuws uit het Crop Progress-rapport naar voren. 44% van het areaal krijgt de status slecht of zeer slecht van het USDA. Dat was vorige week nog 42%. Vooral in de belangrijke tarwestaten Kansas en Oklahoma staat wintertarwe er slecht op. In Kansas krijgt 37% van het areaal de rating zeer slecht en in Oklahoma staat dat op 30%. Op de noordelijke prairies vordert het zaaien van zomertarwe in laag tempo. 24% van het geplande areaal zit in de grond tegen 38% in het vijfjarige gemiddelde.
Kantelpunt aanstaande?
Dat de maïs- en sojanotering wat onder druk staan is logisch volgens verschillende analisten. Brazilië heeft een topoogst van soja achter de rug en de maïs staat er veelbelovend op. Dat maakt de matige oogst door droogte in Argentinië voor een belangrijk deel goed. Samen met het tot nu toe voorspoedig verlopen voorjaar in de VS zijn de kaarten voor kopers van maïs en soja gunstig geschud. Voor tarwe is de speelruimte veel kleiner. De voorraad is krapper en we kunnen ons eigenlijk geen grote misstappen permitteren, zo stellen enkelen bronnen. In het laatste Wasde-rapport van het USDA rekent het ministerie voor seizoen 2022/23 met de kleinste eindvoorraad tarwe in zeven jaar. De tarwemarkt staat op een kantelpunt, zeggen sommige analisten en een nieuwe rally op niet al te lange termijn is niet onwaarschijnlijk.
Op de zuidelijke prairies in de VS staat de tarwe er ronduit slecht op en verschillende lokale bronnen melden dit al tientallen jaren niet gezien te hebben. Een grote onzekere factor is hoeveel boeren in deze regio daadwerkelijk gaan oogsten. Als de opbrengst te laag is, loont het namelijk niet de moeite de combine uit de schuur te halen. In de droge jaren 1996 en 1989 werd in Kansas ongeveer een kwart van het areaal niet geoogst. De vergelijking met deze seizoen wordt door verschillende analisten al getrokken. Een enkeling haalt zelfs 1935 aan, midden in de 'dust bowl' toen de helft van de tarwe op het land bleef staan. Voor Canada wordt het grootste tarweareaal sinds 2021 voorspeld door het USDA, maar of al die hectares ook daadwerkelijk gezaaid worden valt nog te bezien. Net als op de noordelijke prairies in de VS gaat het zaaien van zomertarwe traag. Er kan natuurlijk nog een inhaalslag gemaakt worden, maar de tijd tikt wel door.
Exportroutes dreigen afgesloten te worden
De beschikbaarheid van graan uit Oekraïne blijft een andere belangrijke factor op de markt. Rusland is gestopt met de inspectie van schepen onder de graandeal, zo heeft de VN dinsdag bevestigd. Of de deal na 18 mei verlengd wordt is hoogst onzeker. Mocht de deal geen vervolg krijgen dan blijven voor Oekraïne alleen nog de exportroutes via de EU over. En daar is paal en perk aangesteld onder druk van verschillende oostelijke lidstaten onder leiding van Polen. Boeren in deze landen hebben nog relatief veel graan in de opslagen zitten en moeten daar zo onderhand vanaf om ruimte te maken voor de komende oogst. Het aanbod van graan uit Oekraïne kunnen ze daarbij niet gebruiken.
Het verhaal is overigens wel iets genuanceerder. Boeren in bijvoorbeeld Polen en Slowakije hebben afgelopen oogst relatief lang gewacht met verkopen van graan, mede door de historisch hoge graanprijzen in die periode. De verwachting was toen dat een snelle daling niet waarschijnlijk zou zijn. Voor verwerkers was dat geen probleem want die konden beschikken over relatief goedkoop graan uit Oekraïne. De Oekraïense boeren hebben daar niet de hoofdprijs voor gekregen want om concurrerend te blijven voor de Europese kopers moest hun prijs wel onder de EU prijzen blijven, inclusief het relatief dure transport over land en spoor. Weinig liquide middelen op de bank bij de Oekraïense boeren en slechte exportvooruitzichten zouden de Oekraïense graanopbrengsten nog wel eens verder kunnen drukken dan waar nu mee wordt gerekend.