Regeneratief mag gerust een kleine hype genoemd worden. Recent Amerikaans onderzoek toont aan dat consumenten daar een milieuvriendelijkere teeltwijze wel waarderen, maar de extra kosten die daarmee gemoeid zijn hebben zij er niet voor over.
Naast regeneratief geteelde agrarische producten heb je ondertussen regeneratief onderwijs, waterbeheer, kleding en zelfs huizen. Was de term duurzaam tien jaar geleden hét modewoord, inmiddels is regeneratief bezig aan een opmars. Ook voor bedrijven in de voedingsindustrie is het aanlokkelijk. Er kleven aan het containerbegrip geen wettelijke eisen, zoals biologisch die wel heeft. Wat is regeneratief? Daaraan geeft ieder bedrijf zijn eigen invulling.
Hoofdpunten
Grofweg geschetst gaat het in de landbouw meestal om een paar hoofdpunten: Het reduceren van CO2 (door middel van minder of geen grondbewerking), de bodem bedekt houden met hulp van groenbemesters, minder synthetische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest gebruiken en werken aan biodiversiteit met bijvoorbeeld bloemstroken en akkerranden.
De toonaangevende Amerikaanse agrarische Purdue universiteit doet maandelijks onderzoek naar voedselconsumptie en de keuzes die consumenten in de VS hierbij maken. Hun meest recente onderzoek richt zich op regeneratief. Bijna driekwart van de 1.200 ondervraagden geven aan niet of nauwelijks bekend te zijn met de term. De mensen die het wel iets zegt, noemen vooral de bodem, gezondheid, grond en landbouw als woorden die ze associëren met de term.
Geen meerprijs
Onderzoekers deelden de ondervraagden op in vier groepen die hun mening moesten geven over drie hypothetische scenario's. Boeren die vrijwillig de keuze maken om regeneratief te gaan telen, afnemers die telers verplichten en daar een vergoeding voor betalen (die wordt doorberekend in de productprijs) en tot slot overheidsbeleid die de sector dwingt om op die manier te telen en het geld vrijmaakt door hogere belastingen te heffen.
De vierde (controle)groep is groot voorstander van de stap naar regeneratief. 43% antwoord daar positief op. Vooral wanneer boeren daar zelf voor kiezen. Gaat het de consument geld kosten, dan ligt dat ineens heel anders. Dat is ook het geval wanneer (wederom fictief) twee snackproducten worden aangeboden. Een standaard en een regeneratieve variant, die vijftig dollarcent meer kost ($5 versus $5,50). Net iets meer dan de helft (56%) zegt geld over te hebben voor een regeneratieve variant, maar als het er op aankomt, betaalt slechts 47% de vijftig cent extra.
Biodiversiteit weinig gedragen
Dat gedrag is terug te zien wanneer de universiteit vraagt naar belangrijke onderwerpen. Verreweg de meeste mensen vinden de betaalbaarheid van voedsel op plek één staan. Op twee komt het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid en op drie het verminderen van watergebruik. Opvallend genoeg staat het behoud van de biodiversiteit onderaan in de ranking. Wie dan moet gaan betalen voor deze extra eisen? Daarvoor wordt al snel naar de schatkist van de staat gewezen, zo lang dat geen hogere belasting betekent. Slechts 6% zegt dat de consument dit moet betalen. Een weinig verrassende uitkomst.
Of een Europees of Nederlands onderzoek met dezelfde uitkomsten komt, is lastig zeggen. Wat wel duidelijk is, is dat ook hier het woord regeneratief steeds vaker wordt gebezigd. In Nederland is aardappelverwerker McCain sinds vorig jaar de boer op met een regeneratief aardappelcontract, waar het dit jaar flink op heeft ingezet. Door met Rabobank de handen ineen te slaan wordt een rentekorting van 3% geboden bij gerelateerde investeringen. Daarnaast betaalt de fabriek €5 per ton boven op de standaard contractprijs.
Financieel voordeel
Al sinds 2021 pioniert het Canadese bedrijf met zogeheten 'regen fries' (wat in het Engels duidelijker overkomt dan bij ons) en inmiddels heeft het programma's in meerdere Europese landen uitgerold. Het heeft de ambitieuze strategie dat in 2030 alle voor McCain geteelde aardappelen 'regen' moeten zijn. De strategie in andere landen is ongeveer hetzelfde. Er zijn verschillende niveaus van complexiteit en het werkt samen met kredietverstrekkers. BNP Paribas in Polen en NatWest in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld. Zo wordt regeneratief tegelijk een verdienmodel.
In Polen werkt Farm Frites samen met McDonald's, waar het in Nederland ook product aan levert, en worden eveneens regeneratief aardappelen geteeld. Wel ligt het er hier niet zo dik bovenop en spreekt Farm Frites zelf van het 'Future Farming Program'. In dit programma wordt de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw (BMA) gehanteerd en de KPI-systematiek, om te becijferen wat de impact is van een akkerbouwer. Daarbij wordt breder gekeken dan louter de aardappelteelt, maar het hele bouwplan doorgemeten van een akkerbouwer. De WUR en het Louis Bolk Instituut ontwikkelden daar de systematiek voor.
Naast frites die met respect voor de natuur zijn geteeld, richt 's werelds grootste fastfoodketen zich ook op de burgers. In het Verenigd Koninkrijk wordt gewerkt aan andere methoden van vleesvee houden en het behalen van een nul-emissie tegen 2030. Ondertussen gaat het bedrijf sinds vorig in zee met FrieslandCampina om de zuivel (melk en kaas) met een lagere milieu-impact aan te kunnen bieden. Het doel is om de broeikasgasemissies met 14% terug te hebben gedrongen in 2025 (ten opzichte van het startpunt in 2019).
Marketing
Hoe een regeneratieve portie frites, milkshake of hamburger bij McDonald's financieel wordt verantwoord, legt het bedrijf niet uit. De kans is aannemelijk dat deze (deels) door de consument wordt betaald. Voedingsbedrijven en de verwerkende industrie zien het deels als een marketinginstrument om zo iets anders aan te bieden dan de concurrent. Daarmee lopen ze op de muziek vooruit, gezien de Amerikaanse cijfers dat regeneratief een consument maar weinig zegt. Anderzijds helpt het ook de achterban tevreden stellen. Zeker bij een beursgenoteerd bedrijf. In de aardappelsector, en misschien ook andere sectoren, wordt door concurrerende bedrijven wel met argusogen gekeken naar deze ontwikkeling. Lang niet iedere fabriek is bezig met regeneratief telen. Wat als al deze extra maatregelen straks de nieuwe standaard worden? Naast een terughoudende consument staat dus ook niet iedereen in de keten te springen.