China zet steeds meer stappen om voor zijn sojaconsumptie minder afhankelijk te worden van de wereldmarkt. Hoewel enorme volumes worden verwerkt tot producten als tofu en sojasaus, wordt het gros van de Chinese olie verwerkt tot sojaolie en veevoer. Naast het promoten van de teelt is een belangrijke strategie om de afhankelijkheid te verlagen is minder soja op te nemen in varkensvoeding. De vraag is echter of deze strategie niet de productie van sojaolie in de weg zit.
Hoewel China steeds meer soja produceert, importeert het Aziatische land nog altijd het grote merendeel van de in het land gebruikte soja. China voert gemiddeld 99,41 miljoen ton soja per jaar in, een stijging van 11% ten opzichte van 2022. De belangrijkste bestemming is de varkensmarkt, waar zo'n 60% van 's werelds sojabonen heen gaat. Hoewel de eigen productie volgens de cijfers van de Chinese overheid fors stijgt, is het aandeel Chinees geteelde soja nog altijd klein. De productie steeg met 23,7% tot 20,28 miljoen ton.
Deze verhouding botst met het Chinese doel om onafhankelijk te worden op het gebied van voedsel. China importeert het overgrote deel van de soja namelijk uit slechts twee landen: Brazilië en de Verenigde Staten. Door de handelsoorlog met de Verenigde Staten neemt de afhankelijkheid van de Braziliaanse markt fors toe. De import uit de Verenigde Staten daalde in 2023 met 13% tot 24,17 miljoen ton. In datzelfde jaar nam de import uit Brazilië juist met 29% toe tot 69,95 miljoen ton. Dat maakt China voor 70% afhankelijk van Brazilië voor zijn soja-import.
Varkensvoer
Ongeveer 95% van die geïmporteerde soja dient een dubbel doel. De soja wordt geperst om twee producten te maken. Sojaolie en sojameel, in China het belangrijkste ingrediënt in veevoer. Dit stelt de Chinese overheid voor een dilemma. Aan de ene kant wil China zijn afhankelijkheid voor soja afbouwen omdat het een veelgebruikt product is in het Chinese voedingspatroon. Aan de andere kant wil China ook zijn afhankelijkheid afbouwen op het gebied van sojaolie en de rondom de Chinese varkenssector. In 2023 huisvestte China 452.56 miljoen varkens, ongeveer de helft van alle varkens in de wereld.
Om het dilemma te doorbreken heeft de Chinese overheid in april 2023 besloten om de hoeveelheid soja in varkensvoer fors te verlagen. Volgens de Chinese overeind was 95% van de proteïne in Chinees varkensvoer afkomstig uit sojameel. In totaal heeft de Chinese overheid zich ten doel gesteld de hoeveelheid sojameel in het varkensvoer tot onder de 13% te laten dalen. Dat proces werd eind dit jaar in gang gezet. Eind december 2023 zette China de eerste stap en besloot het land de ratio met 1,5%-punt te verlagen.
Sojaolie
Bij deze nieuwe ingreep ligt echter mogelijk weer een nieuwe afhankelijkheid op de loer. Het belang van sojaolie in de Chinese voedselketen is zo fors gegroeid dat de vraag naar sojabonen voor de productie van sojaolie groter is geworden dan voor veevoeder. In 2012 consumeerde China 12,55 miljoen ton sojaolie. In 2022 groeide de consumptie naar 17,1 miljoen ton. Voor een liter sojaolie is met de meest efficiënte methodes ongeveer 6 kilo sojabonen nodig. Er was in 2022 minimaal 102,6 miljoen ton sojabonen nodig om in de Chinese vraag te voorzien. Daar staat een consumptie van 69,2 miljoen ton sojameel tegenover. Het is niet ondenkbaar dat de wens om de afhankelijkheid van sojaproductie af te bouwen de afhankelijkheid op het gebied van eetbare oliën versterkt.