De notering voor ruwe olie zat deze week bijna in een vrije val. De markt sorteerde voor op een mogelijke overeenkomst tussen Oekraïne en Rusland. Maar zo snel als de weg naar beneden was gevonden, zo snel schoot de prijs ook weer omhoog.
De prijs voor Brent olie sloot vrijdag 11 maart op $112,67 per vat. Begin deze week werd echter een flinke daling ingezet. Dinsdag 15 maart zakte de prijs voor het eerst deze maand onder $100 per vat. Die daling zette verder door, en woensdag 16 maart sloot Brent-olie zelfs op $98,02 per vat. Donderdag 17 maart klom de koers echter alweer snel op, tot uiteindelijk $106,02 per vat. Dat is de sterkste prijsstijging in één handelsdag in de laatste zestien maanden.
De prijsbewegingen op de oliemarkt hebben een bijna directe link met de ontwikkelingen in Oekraïne. Aan het begin van de week deed de Oekraïense president Zelensky een handreiking naar Rusland door openlijk het NAVO-lidmaatschap niet langer te ambiëren en daarnaast noemden Russische bronnen de eisen van Oekraïne realistischer. De onderhandelingen hebben alleen niet tot concrete resultaten geleid.
Maar hoe langer de oorlog duurt, hoe groter de kans dat meer maatregelen tegen Rusland worden genomen, is een veelvoorkomende gedachte onder analisten en handelaren. En... hoe verder Rusland geïsoleerd raakt, hoe minder (makkelijk) olie uit het land geëxporteerd kan worden. Die gedachte heeft deze week duidelijk effect gehad op de prijs.
Extra sancties
Dat die redenatie niet helemaal onterecht is, bleek vrijdag 18 maart. Japan heeft bekendgemaakt extra sancties tegen Rusland in te stellen, bovenop al eerder ingestelde sancties. Japan heeft nu vijftien Russische personen aan de lijst toegevoegd en negen organisaties. In totaal zijn er nu 76 Russische personen, zeven banken en twaalf bedrijven die geen zaken mogen doen in Japan. Japan heeft overigens nog wel een belang in olie- en gasprojecten op het Sachalin-eiland. Onder meer Shell en Exxon Mobile trokken zich eerder terug uit sommige van die projecten.
De verhoudingen op het geopolitieke vlak zijn er deze week overigens niet beter op geworden. Poetin noemde pro-westerse Russen in een toespraak 'uitschot en verraders', en vergeleek het Westen met Nazi-Duitsland. De Amerikaanse president Biden noemde Poetin een oorlogsmisdadiger. Dat helpt, volgens experts, allemaal niet om een spoedig einde aan het conflict in Oekraïne te bewerkstelligen.
Geen productie verhoging
De OPEC maakt ondertussen geen aanstalten om in het gat te springen dat door het wegvallen van Russische olie is ontstaan. De Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië zijn de enige landen met voldoende reservecapaciteit om de olieproductie dusdanig op te voeren dat ze in staat zijn de prijs te drukken. Maar bij producenten voelen daar niets voor. Vooral president Biden probeert de OPEC in beweging te krijgen, maar krijgt tot nu toe steeds nul op het rekest.
Russische olie mag dan wel geboycot worden door het Westen, maar dat wil niet zeggen dat er geen olie meer geproduceerd wordt. En die olie moet wel ergens heen. Rusland biedt daarom flinke korting. Deze week werd bekend dat India daar op heeft gereageerd en ook China, dat al relatief veel olie en gas van Rusland afneemt, kan daar wel gevoelig voor zijn.