Zachte weer en een relatief lage vraag naar gas zorgde de laatste weken voor een voornamelijk dalende gaskoers. In die trend trad vandaag een kentering op. Poetin gebruikt de Europese afhankelijkheid van gas als middel om de koers van de roebel op te krikken. De Europese Unie toont zich huiverig om direct in te grijpen op de hoge gasprijzen.
De trend van afgelopen twee weken - van voornamelijk dalende gasprijzen - is woensdag 23 maart doorbroken. Maandag 21 maart noteerde aardgas op de TTF-termijnmarkt €96,30 per MWh, het laagste niveau in drie weken tijd. Vandaag is de termijnmarkt weer fors gestegen. Tijdens het schrijven van dit artikel staat de koers op €118,38 per MWh, een stijging van 20% ten opzichte van dinsdag 22 maart en de hoogste notering sinds 11 maart.
Afrekenen in roebel
De stijging van de prijs is deels te verklaren door de maatregelen van het Kremlin tegen de westerse sancties. Poetin wil gas dat geleverd wordt aan Europa in de Russische roebel afrekenen. Dat is een directe reactie op het bevriezen van Russische tegoeden in het buitenland. Door te eisen dat gas in roebels wordt betaald, hoopt Poetin de vraag naar de munt te vergroten en daarmee de koers omhoog te brengen. In september 2021 werd van al het gas dat Gazprom exporteerde ongeveer 58% in euro's afgerekend en 39% in dollars.
Daarbij sorteert de markt waarschijnlijk al voor op extra sancties, die meer gericht zullen zijn op de Russische energiesector. Donderdag 23 maart komt de Navo bij elkaar. Op de agenda staan onder andere de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne, de rol van China in de crisis en welke verdedigings- en afschrikkingsmaatregelen het bondgenootschap kan nemen.
Geen prijsplafond
De Europese Unie heeft woensdag de lidstaten opgeroepen om gezamenlijk gas in te kopen en levering zeker te stellen. Daarbij stelt de Commissie een soortgelijk model voor als bij de gezamenlijke inkoop van de coronavaccins. Het aftoppen van de groothandelsprijzen voor gas, waar België en Spanje voor pleiten, wordt als onwenselijk gezien. Als lidstaten zelf maatregelen nemen en een prijsplafond invoeren, dan kan er een verschuiving komen naar landen die geen maximum hanteren. Dat kan voor leveringsproblemen zorgen in bepaalde gebieden.
Ook vragen dergelijke maatregelen om veel geld voor een langere termijn. Daarnaast vindt de Commissie dat ingrijpen de verduurzamingsambities ondermijnt. Fossiele energiebronnen worden door dergelijke maatregelen kunstmatig bedrijfseconomisch interessant gehouden en dat remt de investeringen in alternatieve energiebronnen.