De spanning op de gasmarkt blijft hoog. Het afknijpen van de aanvoer van gas richting Europa door Rusland mist zijn uitwerking niet op de gasprijzen. Europa zoekt ondertussen naarstig naar LNG om Russisch gas te vervangen. Dat lijkt een gunstige ontwikkeling voor de leveranciers van LNG. Toch voelen ook de oliebedrijven de pijn van de hoge prijzen.
Aardgas blijft in Europa ongekend duur. De afgelopen dagen deed de notering op de TTF echter een klein stapje terug. Gisteren (dinsdag 9 augustus) sloot de TTF op €192,18 per MWh. Vandaag zit de koers weer stevig in de lift en tijdens het schrijven staat de TTF op €205,25 per MWh, 6,7% hoger. Daarmee komt de recordprijs die in maart werd neergezet angstvallig dichtbij.
De oorzaak van de hoge gasprijs is de moeizame aanvoer van gas uit Rusland. Voor de aanvoer van aardgas van Rusland naar de EU zijn er grofweg drie routes: via de Oostzee (Nord Stream), door Wit-Rusland (Yamal) en via het netwerk in Oekraïne. De Nord Stream is de laatste maanden de belangrijkste aanvoerroute. Het transport over de andere routes is sinds de Russische aanval op Oekraïne al grotendeels afgebouwd. Sinds het geplande onderhoud aan de Nordstream in juli hebben de Russen ook de gasexport via deze route verder afgeknepen. Voor de werkzaamheden werd de pijpleiding voor circa 40% van de beschikbare capaciteit benut. Dat is nu gedaald naar circa 20%.
Toch is er ook nog een lichtpuntje te melden over de Russische gasexport. Op 30 juli stopte Gazprom met de levering van gas aan Letland vanwege de weigering om de rekening in roebels te betalen. Op 5 augustus is de export echter weer hervat. Dat meldde Reuters gisteren op basis van gegevens van netbeheerder Conex Baltic Grid. Over de reden van het hervatten van de gastoevoer hebben zowel Gazprom als Letland geen toelichting gegeven.
Hoge LNG prijs niet uitsluitend gunstig voor olie-industrie
Door de problemen met Rusland is Europa plots een belangrijke koper van LNG geworden. Dat maakt de kopers in het traditioneel belangrijke afzet gebied Azië nerveus. Landen in beide werelddelen bieden tegen elkaar op om zich te verzekeren van voldoende LNG. Lachende derde zijn de leveranciers van LNG mag je verwachten. In de praktijk zorgt de prijsexplosie op de LNG markt ook bij oliemaatschappijen voor hoofdbrekens. De problemen voor hen ontstaan door ongeplande problemen op de LNG terminals, waardoor de productie terugvalt. De producenten van LNG en handelaren tekenen doorgaan langlopende afnamecontracten. De handelaren maken op basis van die portefeuille afspraken over de levering aan de afnemers. Problemen met een individuele LNG fabriek worden daarbij zelden opgenomen in overmachtsclausules.
Wanneer er zich een probleem voordoet op een productielocatie wordt dat opgevangen door een andere productiefaciliteit of door LNG bij een concurrent in te kopen. In een enigszins stabiele markt is dat geen probleem, maar als de markt extreem krap met dito extreme prijzen loopt dat flink in de papieren. De explosie in de Freeport fabriek Texas, sabotage van de gaspijpleiding naar de LNG terminal Bonny Island in Nigeria en een staking op de drijvende fabriek Prelude in Australië zorgen dan ook voor problemen bij de oliemaatschappijen. Niet alleen lopen ze de opbrengst mis van het productieverlies, maar ze moeten ook nog eens de markt op om gas bij te kopen om aan de leveringsverplichtingen te kunnen voldoen. Die koopdrift stuwt op zijn beurt de gasprijs op de spotmarkt weer verder op.