De gasprijs is op het moment op het laagste niveau sinds de start van de oorlog in Oekraïne. Op zich is dat een goede ontwikkeling, al bestaat het risico dat de Europese gasprijs omhooggaat door een hogere gasvraag van Aziatische landen. Ondertussen duwen de lage gasprijs en hoge productiviteit van hernieuwbare bronnen de elektriciteitsprijs omlaag.
De gasprijs is verder gedaald, maar nam maandag 26 februari weer licht toe. Op dinsdag 20 februari werd gas voor €24,17 per megawattuur verhandeld. Op vrijdag 23 februari bereikte de Europese gasprijs het laagste punt van de week, bij een stand van €22,93. Inmiddels noteert de TTF weer wat hoger. Op maandag 26 februari steeg de prijs tot €23,48.
Door de forse daling van de laatste weken staat de gasprijs inmiddels op het niveau van voor de oorlog in Oekraïne. De TTF noteert op het moment ongeveer gelijk aan het niveau van mei 2021. Dit lijkt een zeer gunstige ontwikkeling, maar het is de vraag of dit niveau houdbaar is.
De gasprijs is inmiddels van een niveau waarop marktanalisten zich afvragen of de LNG-markt nog wel tegen de Aziatische markt kan opboksen. Door de lage Europese en Aziatische gasprijzen, is de Aziatische spotprijs voor LNG gedaald tot het laagste niveau in drie jaar. Vergeleken met het begin van de maand nam de prijs met 30% af tot $8,30 per mmBtu. Dit is het laagste niveau sinds april 2021. Volgens analisten staan de prijzen op zo'n laag niveau dat het de Aziatische vraag wel eens zou kunnen stimuleren.
Waarschijnlijk blijven dergelijke spanningen rond de beschikbaarheid van LNG nog wel even. Op de lange termijn wordt de vraag uit Azië alleen nog maar groter, zo meent Shell. In een recent rapport schreef de oliegigant dat de wereldwijde LNG-vraag in 2040 naar alle waarschijnlijkheid met 50% toeneemt. Shell verwacht dat het gros van deze extra vraag uit China komt. Het Aziatische land is namelijk van plan om een fors deel van zijn energievoorziening over te schakelen van kolen naar gas.
Verenigde Staten profiteert
Wel staan daar gunstige langetermijnsignalen uit de Verenigde Staten tegenover. In 2016 exporteerde de Amerika nog slechts 1% van alle LNG ter wereld. Dat percentage is gestegen naar 21% in 2023. Daardoor is de Verenigde Staten uitgegroeid tot de grootste leverancier van LNG. In 2023 exporteerde de Verenigde Staten maar liefst 67% van hun LNG naar de Europese Unie. Hier komen de belangen van de Europese Unie en de Verenigde Staten samen. Terwijl de Europese Unie gas nodig heeft, is voor de Verenigde Staten een lucratieve nieuwe groeimarkt ontstaan voor de jonge LNG-markt. Mede door de grotere Europese vraag is het Amerikaanse wereldwijde aandeel in de LNG-exporten sinds 2021 met 3%-punt gestegen. In 2021 exporteerde de Verenigde Staten nog 18% van alle wereldwijde LNG.
Elektriciteitsprijs daalt mee
De elektriciteitsprijs noteerde vrijwel heel de week wat lager. Op dinsdag 20 februari bereikte de EPEX een stand van €62,29 per megawattuur. Opmerkelijk is dat de elektriciteitsprijs niet zondag maar vrijdag 23 februari de laagste stand van de week bereikte. Op die dag werd elektriciteit voor €43,98 per megawattuur verhandeld. Op maandag 26 februari bereikte de EPEX het hoogste punt van de week, bij een notering van €66,18.
De lagere gasprijs is een duidelijke factor in de dalende elektriciteitsprijs, al blijkt het deze week niet de belangrijkste. Naast de lage gasprijs daalde het aandeel van gas in de elektriciteitsmix van 39,1% twee weken geleden tot 25,1% vorige week. Het hoge aanbod van zonne- en windenergie zorgde voor de lage gasvraag voor stroomproductie. In totaal werd maar liefst 45,6% van alle elektriciteit door windturbines opgewekt. Tel daar een aandeel van 6,9% van zonnepanelen in de energiemix bij op en het totale percentage aan vrijwel gratis energie komt uit op 52,5%.
Daarnaast drukte de hoge productie uit hernieuwbare bronnen duidelijk zijn stempel op het verloop van de elektriciteitsprijs. Pieken in de productie van zonne- en windenergie zorgden voor de bodemprijs op donderdag 22 en vrijdag 23 februari. Dat de prijs op zaterdag en zondag ondanks lagere industriële vraag hoger uitviel, is daarentegen juist het gevolg van een laag aanbod uit hernieuwbare bronnen.