De olieprijs stond deze week licht onder druk. Hetgeen waar als eerst naar gewezen wordt, is de omikronvariant. Als we verder kijken dan de waan van de dag, dan zijn er meer ontwikkelingen die op de achtergrond ook meespelen.
De notering voor Brent-olie is deze week gedaald van ruim $75 per vat tot $73,17 per vat op woensdag 14 december, de laagste notering van de week. Vrijdag 17 december is de notering weer wat opgeklommen, tot $73,67 per vat. Over hoe de markt zich de komende tijd ontwikkelt, zijn grofweg twee stromingen. Enerzijds kant staat de OPEC. Die verwacht dat de vraag naar olie groeit en houdt daarom vast aan het geleidelijk opvoeren van de productie. Zij schatten dat de impact van de omikronvariant op de vraag naar olie gering is.
Aan de andere kant staat het International Energy Agency. Die schreef dinsdag 14 december in hun marktvooruitblik dat ze verwachten dat de wereldwijde vraag komende twee jaar met gemiddeld 100.000 vaten per dag afneemt. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de afnemende vraag naar vliegtuigbrandstof als gevolg van reisbeperkingen.
Rol van de centrale banken
Naast de coronapandemie, bezorgen de inflatiecijfers - die zich op het hoogste niveau in veertig jaar bevinden - analisten hoofdbrekens. De Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, en de Europese Centrale Bank maakten deze week de plannen voor komende tijd bekend. Beide banken kiezen ervoor de opkoopprogramma's voor de staatsschulden versneld af te bouwen en voor de Federal Reserve is ook een verhoging van de rente in de loop van 2022 goed denkbaar.
Stijgende inflatie heeft normaliter een prijsopdrijvend effect op olie. Maar de inflatie heeft ook invloed op de wisselkoersen en de waarde. Omdat olie internationaal meestal in dollars wordt verhandeld, heeft devaluatie - waarvan volgens sommige economen in bepaalde mate sprake is op dit moment - van de dollar een prijsopdrijvend effect. Er zijn immers meer dollars nodig om een vergelijkbaar bedrag in lokale munteenheid terug te krijgen. Dat is volgens analisten een factor waar in de technische analyses te weinig rekening mee wordt gehouden.
Dieselprijs blijft stabiel
In de dieselprijs zat weinig variatie. Van €118,01 per 100 liter op maandag zakte prijs naar €117,14 per 100 liter op woensdag om vervolgens op te lopen naar €117,63 per 100 liter op vrijdag 17 december. Diesel volgt zo een gelijke beweging als olie, maar blijft verhoudingsgewijs net wat duurder. Energieprijzen worden aangewezen als belangrijke factor in de inflatie. Andersom geredeneerd, kan je ook stellen dat door geldontwaarding de kosten voor raffinage toenemen.
