De koffieprijzen zijn in de afgelopen dagen vrij abrupt weer aangetrokken. Een combinatie van factoren ligt hieraan ten grondslag, zoals een zwakkere Amerikaanse dollar en opspelende droogte in Brazilië.
Laten we bij de dollar beginnen, waar het gros van de koffie in wordt verhandeld. De Amerikaanse munt is in de afgelopen tijd behoorlijk verzwakt. Ten opzichte van de euro, maar ook tegenover andere valuta. De zwakkere dollar houdt verband met de aantrekkende beurskoersen in de wereld, wat aangeeft dat de risicobereidheid van beleggers weer toeneemt, zo is althans de lezing van beursanalisten van prominente banken.
De zwakkere dollar is gunstig voor de koffie-export en dat geeft de termijnmarktprijzen voor Arabica en Robusta steun. Aribica steeg in New York met ruim 5% tot $5.098 per ton. Het hoogste punt sinds half april. De goedkopere Robusta-boon steeg in dezelfde orde van grootte tot $2.107 per ton. De zwakkere munt verdrijft de zorgen over vraaguitval, als gevolg van inflatie, naar de achtergrond.
Zorgen over droogte
Wat de koffieprijs ook steunt, zijn toenemende zorgen over droogte in Brazilië. Dit is iets wat de markt in deze periode van het jaar blijft beïnvloeden. In het zuiden en de Braziliaanse Midwest is dringend behoefte aan bodemvocht. Met name in het zuiden telen de Braziliaanse veel koffie. De droogte beïnvloedt overigens ook de productie van andere gewassen, waaronder soja.
Op dit moment is de trend op de koffiemarkt stijgende. Over een langere periode bekeken is echter sprake van een neerwaartse tendens. Onderliggend bekeken ligt de markt er solide bij, waarbij grote uitschieters (zowel opwaarts als neerwaarts) niet te verwachten zijn.