De koffieprijzen op de termijnmarkt in New York zaten in een dalende tendens, gestoeld op groeiende voorraden als gevolg van gunstige productiecijfers. De opspelende droogte in Brazilië geeft echter een andere kijk op de zaak, al moet de stijgende trend nog wel worden bevestigd.
In de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais, een belangrijke productieregio voor de productie van Arabica-bonen, blijft de neerslag ver achter op andere jaren. Dit is uiteraard ongunstig voor de verwachte opbrengsten en dat blaast de koffiemarkt nieuw leven in.
Na een reeks dalende slotkoersen steeg de Arabica-notering op de ICE in New York gisteren (14 juni) weer een fractie tot kort boven $5.000 per ton. Of dit een opmaat is naar meer, moet nog blijken. Er wordt voorlopig weinig regen in Brazilië verwacht. De Robusta-boon is overigens nog niet gebroken met de dalende trend.
Ruimere eindvoorraden voorspelt
De koffiemarkt stond onder druk, door onder meer een zwakkere Braziliaanse reaal. Dit bracht verkoopdruk bij Braziliaanse exporteurs. Daarbij publiceerde de International Coffee Organization (ICO) eind vorige maand cijfers over de verwachte eindvoorraad voor dit jaar. Die worden nu voor seizoen '22/'23 geraamd op 1,2 miljoen zakken, terwijl eerder nog uit werd gegaan van een negatieve eindbalans.
Ook de opspelende inflatie is een punt van zorg, want dit kan de consumptie laten slinken. Hoewel koffie in de Westerse landen bijna een basisbehoefte vormt, is het in veel opkomende landen nog een luxe product. Wanneer we uitzoomen op de koffieprijzen, dan is sinds de jaarwisseling min of meer sprake van een stabiele prijstendens.