Waar de rundvleesprijzen momenteel onder druk staan, trekken de pluimveevleesnoteringen juist in waarde aan. De markt heeft blijkbaar nog geen last van hoogtevrees. De hogere opbrengsten zijn hard welkom in de keten die de dupe is van kosteninflatie.
Tijdens de zomerperiode kende de pluimveevleesmarkt een dipje, waarop eind augustus herstel volgde. Vervolgens leek de markt af te vlakken, maar nu trekken de vleeskuikenprijzen in Nederland toch weer aan. De notering in Barneveld steeg deze week tot €1,22 per kilo en vestigde daarmee een nieuw record. De prijzen van slachtkippen zitten al langere tijd in de lift. De Nederlandse noteringen staan wel een behoorlijk stuk
onder de niveaus die in Duitsland op de borden staan.
Krapte in markt
De prijsstijgingen houden verband met een krap aanbod, mede veroorzaakt door de aanhoudende uitbraken van vogelgriep in ons land en daarbuiten. Geruimde bedrijven staan voor langere periode leeg en het dempt bovendien ook de ondernemersperspectieven in de sector. De vraag naar kippenvlees wordt als goed omschreven. In tijden van inflatie dient het goedkopere kippenvlees als alternatief voor rundvlees. Daarbij is ook varkensvlees de afgelopen weken behoorlijk in waarde aangetrokken. Daarmee zijn ook verdere prijsstijgingen in het winkelschap waarschijnlijk en dat komt de koopwaardigheid van pluimveevlees ten goede, zo is de gedachte. De export van bijproducten van vlees buiten de eurozone profiteert op papier van de zwakke euro. Dit neemt niet weg dat de Europese uitvoervolumes in de eerste helft van dit jaar ruim 10% lager uitpakten dan dezelfde periode vorig jaar.
Kosteninflatie
De aantrekkende prijzen voor kippenvlees zijn van harte welkom in de productieketen die wordt geconfronteerd met kosteninflatie. Slachterijen merken de gevolgen van de opgelopen kosten voor CO2 wat gebruikt wordt tijdens het verdovingsproces. Ook arbeid en energie zijn flink duurder geworden. Producenten merken op hun beurt eveneens de gevolgen van de energiecrisis middels een torenhoge gasrekening. Vooralsnog is er weinig zicht op compensatie voor bedrijven vanuit de Nederlandse overheid. Bedrijven in de keten hopen op verdere prijsstijgingen, al zijn grote stappen niet waarschijnlijk.