Olieprijs daalt alweer door steekspel VS en OPEC

Met een de productiedaling van 2 miljoen vaten wist OPEC+ de dalende lijn van de oliekoersen even te keren. Eind vorige week was de olieprijs voor een vat Brent bij een stand van $97,92 niet alleen op het hoogste punt in een week tijd, maar was de koers van olie zelfs het hoogst sinds eind augustus. Deze week nam de markt gas terug. Op het moment van schijven (14 oktober) beweegt de prijs van ruwe olie rond kort onder het niveau van $95 per vat. 

De meeste analisten schatten vorige week nog dat de stijgende koersen op de oliemarkt door de maatregel van OPEC+ nog wel even zouden doorzetten. De grote zakenbank Goldman Sachs voorspelde dat de prijs van een vat ruwe olie in Q4 rond de $110 schommelt. Maar vooralsnog komt er van deze voorspelling weinig terecht.

Andere economische krachten lijken de koers meer te bepalen dan de ingreep van het oliekartel. Bijvoorbeeld de moeizame economische situatie. Vooral rentestijgingen van verschillende Westerse centrale banken zorgen ervoor dat de vraag naar olie achterblijft. Dit blijft niet onopgemerkt bij de grote spelers op de oliemarkt. Inmiddels hebben zowel de U.S. Energy Departement als OPEC hun verwachtingen van de vraag naar olie naar beneden bijgesteld.

Ook buiten het westen loopt de oliemark stroef. In China verstoren aanhoudende lockdowns tegen het coronavirus de vraag naar olie. Bovendien constateren analisten dat Saudi-Arabië, de leider van OPEC, zich niet aan hun eigen mindering van de productietargets lijkt te houden. Het land blijft onverminderd leveren aan verschillende Aziatische landen, waardoor een productiedaling in de praktijk onwaarschijnlijk is.

De Verenigde Staten stuurt op lage prijzen
Toch is de vastlopende economie niet de enige reden dat de olieprijs daalt. OPEC+ heeft met de productiekorting een machtige tegenstander ontwaakt. De Verenigde staten zijn namelijk allerminst blij met de ingreep, want de Amerikaanse regering heeft weinig belang bij een hoge olieprijs. Sinds eind 2021 zijn de benzineprijzen in het land veel hoger dan de doorsnee Amerikaan lief is. Een uitdaging voor de regering Biden, want in een land waar veel mijlen gereden worden zorgen hoge benzineprijzen voor een zwakke uitgangspositie in de aankomende mid-term verkiezingen van aanstaande November.

Sinds de ingreep van OPEC+ staan de relaties tussen de VS en het oliekartel op scherp. In meerdere speeches waarschuwde president  Biden in militante taal dat Saudi-Arabië op consequenties voor de productiedaling kan rekenen. Senator en voorzitter van de senaatscommissie voor internationale betrekkingen Bob Menendez opperde zelfs om elke vorm van samenwerking met Saudi-Arabië te beëindigen. Zo ver gaat de Verenigde Staten op dit moment nog niet, maar wel trekt de Amerikaanse regering alle registers open om de olieprijs te drukken. Dat de totale olieopslag van verschillende Amerikaanse bedrijven met miljoenen vaten per week blijft stijgen, zet de regering er nog niet toe aan om te stoppen met het vrijgeven van de strategische reserves.

Diesel
De dieselmarkt lijkt zich weinig van de dalende olieprijs aan te trekken. Deze week zette de stijgende lijn van de prijs van diesel door. Vrijdag 7 oktober kostte 100 liter diesel €163,76. Maandag 12 oktober stond de LTO ledenprijs voor 4.000 liter op het laagste punt van €161,52 per 100 liter diesel. Op het moment dat dit artikel geschreven is de prijs van Diesel gestegen naar €169,73. Vreemd is dat overigens niet, want diesel wordt vooral van Russische olie gemaakt. Door sancties komt er steeds minder olie uit dat land binnen en in december mogen lidstaten van de Europese Unie de grondstof helemaal niet meer uit het land importeren