De kaasmarkt lijkt het hoogtepunt langzamerhand toch wel te hebben bereikt. De verkoopprijs voor Goudse foliekaas blijft ongeveer hangen rond €4.250 per 1.000 kilo. Dat de DCA-notering deze week toch nog steeg, heeft vooral te maken met de doorvertaling van deze prijs in de keten.
Met bovenstaande is niet gezegd dat de foliekaasprijs niet meer omhoog kan. Nog lang niet alle kopers hebben hun behoefte voor het eerste kwartaal gedekt. Dat is begrijpelijk, omdat het toch nog lastig valt te beoordelen hoe de zuivelmarkt er na de jaarwisseling bij zal staan.
De melkproductie is het dieptepunt voorbij, maar hoe snel trekt de productie in de komende weken weer aan? En wat doet de consumentenvraag?
De vraag naar kaas is en blijft voorlopig goed. Producenten hebben relatief weinig voorraden. De uitgeleverde kaas is volgens de meeste berichten vrij jong.
Ten opzichte van foliekaas blijven de prijzen voor de andere kaassoorten nog achter. Goudse (en Edammer) natuurkaas is nog steeds bezig met een inhaalslag. Producenten proberen die fase te bekorten door meer foliekaas te maken.
Cheddar is sneller in prijs gestegen, tenminste op de Europese markt. Wie product van de wereldmarkt kan gebruiken, kan goedkoper inkopen.
Toch slagen Europese partijen er ook nog steeds in om hun duurdere product te exporteren. Zo hebben Europese partijen pas nog een groot deel van een Algerijnse tender ingevuld en weten Europese bedrijven elders ook nog steeds product te exporteren op basis van productkwaliteit.
De stijging van de volle melkpoederprijs is grotendeels terug te voeren op de hogere prijs voor melkvet. Het feitelijke vrije handelsvolume voor dit product is beperkt.
De vloeibare halffabrikaten zijn deze week goedkoper. Room is al genoemd. Magere melkconcentraat daalde nog harder in prijs, vanwege een zwakkere vraag. Er is minder behoefte vanuit de versproductie, maar ook voor de kaasproductie. De notering voor rauwe melk bewoog licht mee naar beneden.