Tarwe uit het Zwarte Zeegebied blijft relatief scherp geprijsd, zo bleek gisteren weer uit een tender van Egypte. Dat werkt tot op zekere hoogte door op de Europese markt. In maïs en soja blijft Zuid-Amerika de boventoon voeren.
Het maartcontract voor tarwe op de Matif sloot gisteren €1 lager op €223 per ton. Op de beurs on Chicago zat tarwe in de lift en sloot 0,9% hoger op $6.22¾ per bushel. Maïs en soja deden een stapje terug op de CBoT. Maïs sloot 0,9% lager en kwam daarmee uit op $4.72¾ per bushel. Soja leverde 1,1% in naar $13.12½ per bushel.
Concurrentie van tarwe uit het Zwarte Zeegebied drukt volgens verschillende analisten op de Europese markt. De Egyptische staatinkoper Gasc heeft gisteren in tender voor 480.000 ton tarwe gesloten. Zoals bijna gebruikelijk hebben Russische exporteurs de scherpste prijs neergelegd met $265 per ton FOB (op het schip geleverd). Levering is februari 2024. Jordanië is niet tot aankoop over gegaan in de tender van 120.000 ton die het land open had staan. De EU heeft dit seizoen tot 17 december 13,98 miljoen tarwe geëxporteerd. Dat is 15,5% minder vergeleken met vorige seizoen.
Data van het Risk Management Agency (RMA) dat onder het USDA valt duidt er volgens sommige bronnen op dat het areaal wintertarwe voor de oogst 2024 kleiner uitvalt dan eerder verwacht. Gesproken wordt over 0,8 tot 1,2 miljoen hectare minder vergeleken met 2023. RMA biedt onder andere een brede weersverzekering aan voor Amerikaanse boeren en beschikt daardoor over de nodige cijfers. De officiële areaalcijfers van het USDA voor wintertarwe worden overigens 12 januari gepubliceerd.
Langer de tijd om soja te zaaien
Na maïs en tarwe wil de nieuwe Argentijnse regering ook aan de exportheffingen op soja gaan sleutelen. De heffing op sojaolie en -schroot wordt in de plannen verhoogd van 31% naar 33%. De weerberichten voor Zuid-Amerika zijn echter de belangrijkste factor in maïs en soja. Voor Argentinië en in het zuiden van Brazilië worden de omstandigheden als overwegend gunstig getypeerd door analisten. Voor het noorden en centrale deel van Brazilië worden buien voorspeld. Dat zal niet voldoende zijn om de neerslag op het meerjarig gemiddelde niveau te brengen, maar waarschijnlijk is het wel voldoende om de ontstane droogtestress in de gewassen op te lossen en de laatste maïs en soja te kunnen zaaien.
Het Braziliaanse ministerie van Landbouw heeft de uiterste zaaidatum voor soja met twintig dagen verlengd voor de provincie Mato Grosso. Dat doet het ministerie vanwege de problemen met droogte. Boerenorganisaties hadden echter gevraagd om een verlenging met veertig dagen. Telers hebben nu tot 13 januari om soja te zaaien of over te zaaien. Daardoor zou tot 5% van het geplande soja-areaal alsnog gezaaid kunnen worden.