Terwijl de grote palmolieproducenten Indonesië en Maleisië zich onder toenemende druk van met name Europa zien geplaatst om de productie van palmolie te reguleren en verduurzamen, zoeken deze landen eigen uitwegen. Mondiale handelaar in agrogrondstoffen Louis Dreyfus wil ondertussen een nieuwe fabriek bouwen in Zuid-Sumatra.
De handelsreus wil daarmee naar eigen zeggen inspelen op de toenemende vraag naar onder meer palmolie voor voedingsdoeleinden. De nieuwe fabriek zal overigens ook andere producten voor huishoudelijk gebruik maken.
De Indonesisch minister met economische zaken in de portefeuille, Airlangga Hartarto reisde vorige week ondertussen naar Moskou om daar een vrijhandelsovereenkomst te sluiten met de landen van de Euraziatische Economische Unie. Die unie legt veel minder belemmeringen in de weg aan de export van onder meer palmolieproducten en dat is wat Indonesië en ook Maleisië willen.
Deze gebeurtenissen hebben evenwel nog weinig effect op de reguliere handel. De palmolieprijzen bewegen zich al langere tijd ongeveer zijwaarts. Veel echte verschuivingen lijken er niet te zijn in de markt. De voorraden lopen op in zowel Indonesië als in Maleisië, wat een drukkend effect heeft op de termijnmarktprijzen. Grote importeurs, zoals India, doen daar hun voordeel mee en kopen extra product aan.