De palmoliemarkt laat al een aantal weken twee gezichten zien: de fysieke markt is vrij rustig, waarbij palmolie licht goedkoper wordt ten opzichte van onder meer sojaolie en koolzaadolie - tenminste in de EU. De termijnmarkt daarentegen blijft springeriger en koerst sinds eind mei omlaag. De fysieke prijzen bewegen echter omlaag, waardoor er in de markt gekscherend wordt gesproken over een 'palmolieparadox'.
De afzet van palmolie richting grote afnemers als India, China en ook Pakistan loopt volgens de berichten vrij goed, al zag de Indonesische export in april wel een flinke daling ten opzichte van maart. De productie is echter vrij hoog en de vooruitzichten van de rest van het jaar zien er wat dit betreft ook goed uit. Ondertussen blijven er in zowel Indonesië als Maleisië nog aanzienlijke voorraden aanwezig.
Met name die laatste twee factoren drukken de termijnmarktprijs omlaag, want bij een overvloedig aanbod moet de prijs toch gaan zakken, is de niet onlogische redenering. De praktijk pakt evenwel iets anders uit. De fysieke palmolieprijs blijft vrij hoog, reden waarom er ook wel wordt gesproken over een palmolieparadox. Want hoe kan de prijs hoog blijven bij een hoge productie en ook vrij stevige voorraden?
De prijs van minerale olie heeft daar volgens marktanalisten ook mee te maken. De olieprijs blijft stevig en trekt de laatste tijd weer verder aan. Dit beïnvloedt ook de prijzen voor plantaardige olie, omdat die (deels) ook wordt gebruikt als brandstof.