Smithfield Foods gaat restaurants en cateraars $42 miljoen betalen om een rechtszaak te schikken, waarin de vleesgigant ervan werd beschuldigd de varkensvleesprijzen kunstmatig te hebben opgehoogd. In de Verenigde Staten zijn er al langer zorgen over het gebrek aan concurrentie en de invloed die dat heeft op de vleesprijzen.
Het is niet de eerste keer dat Smithfield Foods een rechtszaak moet schikken, omdat het bedrijf wordt beschuldigd van het maken van prijsafspraken. Vorig jaar juni moest het bedrijf $83 miljoen betalen aan een andere groep bedrijven. Concurrent JBS heeft restaurant en cateraars $12,75 miljoen moeten betalen. Dat bedrijf heeft in een apart rechtszaak ook nog een schikking van $52,5 miljoen gemaakt, vanwege het maken van prijsafspraken voor rundvlees. Zowel Smithfield Foods als JBS ontkennen dat zij de wet hebben overtreden door nu te schikken. Ook kippenvleesverwerkers hebben meerdere rechtszaken tegen zich lopen en er is al voor bijna $200 miljoen geschikt.
Prijsafspraken
De restaurants die de vleesverwerkers hadden aangeklaagd, beschuldigden ze ervan dat Smithfields en JBS samen hadden afgesproken om de varkensvoorraad te beperken en de prijzen daarmee hoog te houden in een periode van 2009 tot 2022. Deze bedrijven zouden 70% van de varkensvleesmarkt in handen hebben. De rechtszaak tegen andere grote aanbieders van varkensvlees als Hormel, Tyson Foods, Seaboard Foods en Triumph Foods loopt nog. Ook de Agri Stats-database die door de bedrijven zou zijn gebruikt om geheime informatie over prijzen te delen, is aangeklaagd. Dankzij deze database konden bedrijven hun winsten vergelijken en de voorraden en prijzen coördineren.
Overheid maakt zich zorgen
Volgens de bedrijven bepalen vraag en aanbod de prijs en niet het concurrentiebeperkende bedrag. Maar de industrie krijgt al langer kritiek van het Witte Huis, meerdere prominente leden van het Amerikaanse Congress en belangengroepen. President Joe Biden uitte al vaker zijn ongenoegen over de grote macht van het kleine groepje vleesverwerkers in de Verenigde Staten. Zij kunnen door hun marktmacht meer geld vragen van consumenten en hun eigen inkoopprijzen zo laag mogelijk te houden.
Meer geld voor kleine verwerkers
In januari maakte Biden een plan bekend om het tij te keren en kondigde aan geld beschikbaar te stellen voor onafhankelijke vleesverwerkers om de concurrentie met de grote bedrijven aan te kunnen. Daarvoor is er in eerste instantie $150 miljoen beschikbaar als startgeld voor tien onafhankelijke initiatieven. In de zomer van 2022 komt daar $225 miljoen bij voor andere projecten. Dit geld is niet beschikbaar voor de grote vleesverwerkers.
Ook wordt het voor onafhankelijke vleesverwerkers makkelijker om geld te lenen. Het ministerie van landbouw gaat samenwerken met kredietverstrekkers en zet daar zelf $275 miljoen voor opzij. Onafhankelijke geldverstrekkers krijgen hulp van het ministerie van landbouw, hun leningen worden door het ministerie gegarandeerd. Via een speciaal opgezette website kunnen boeren en rundveehouders melding doen als zij denken dat er sprake is van concurrentiebeperkend gedrag.