TSC

Interview Koen Boone

'Europees ecolabel komt straks op elk product'

23 Februari 2023 - Linda van Eekeres

Eén Europees ecolabel voor de duurzaamheid van voedingsmiddelen, dat was de inzet van een internationale conferentie die afgelopen vrijdag in Den Haag werd gehouden. De Franse overheid voert eind dit jaar al zo'n label in, vergelijkbaar met gezondheidslabel Nutri-Score.

In Nederland werken de Wageningen University & Research (WUR) en het ministerie van LNV samen met 25 Nederlandse partijen, waaronder COV, GroetenFruit Huis, Cosun, ABN Amro, Rabobank en Jumbo aan een standaard methodiek voor het meten van de milieu-impact van voedsel. Foodbusiness sprak met projectleider Koen Boone van de WUR.

Wat was de insteek van de conferentie?
"De insteek is om zoveel mogelijk te proberen om op Europees niveau te harmoniseren. Grote concerns zoals Unilever hebben er ook geen zin om overal met andere richtlijnen te werken. We willen zoveel mogelijk samen optrekken. Daarom hebben we voor de conferentie mensen uit heel Europa uitgenodigd."

"Voor een ecolabel heb je een eigen database nodig met gemiddelden per productcategorie. Dan moet je dat vertalen naar hoe je dat richting consumenten communiceert. Frankrijk heeft de afgelopen drie, vier jaar al een database ontwikkeld. De overheid voert eind dit jaar daar een ecolabel in. Samen met Spanje, Frankrijk en Duitsland hebben we begin oktober een projectvoorstel in Brussel ingediend om samen een methodiek te ontwikkelen. Nu zijn er ook al een stuk of zes andere landen die ook betrokken willen zijn. De Belgische supermarktketen Colruyt heeft al een eigen label, Eco-score, dat op 15.000 producten staat."

"In zo'n database staan alleen gemiddelden en je wil ook de score bepalen van individuele producten. Als iemand bijvoorbeeld melk wil kopen, kan hij zien welke hij het beste kan nemen omdat die de minste milieu-impact heeft. Het is belangrijk dat landen allemaal dezelfde rekenregels hanteren. Vervolgens moet je bekijken hoe het er visueel uit moet zien op de verpakking. Wat moet erop staan? Dat moet je vervolgens testen om er advies over te kunnen geven."

Jullie hebben als WUR een onderzoek gedaan en concluderen daarin dat de invoering van een ecolabel een game changer kan zijn voor de verduurzaming van voedsel. Op welke manier?
"Om verschillende redenen. Ten eerste komt de score op elk product. De bestaande keurmerken, zoals biologisch of Fairtrade, zijn alleen beschikbaar voor het gecertificeerde product. Dat is maar een klein deel van de markt. Onder de Topkeurmerken (die Milieu Centraal heeft aangewezen red.) valt 18% tot 19% van de voedingsproducten. Van de andere 81% weet je niks. Een ecolabel zorgt ervoor dat je altijd de score kan vinden, ook van producten die helemaal niet zo duurzaam zijn. Consumenten zijn eerder geneigd onduurzame producten niet te kiezen, dan het duurzaamste product te kiezen. Die worden vaak geassocieerd met duur en er wordt gedacht dat er dan wel compromissen zullen zijn gesloten op kwaliteit. Het feit dat er een score op alle producten staat, werkt zowel naar de consument als producent. Producten zullen geneigd zijn hun score te verbeteren, niet alleen om meer te verkopen, maar ook vanwege hun reputatie."

Veel bedrijven zien het als een grote kans

"Een tweede nieuwigheidje is dat een ecolabel de eiwittransitie naar voornamelijk plantaardige eiwitten ook helpt. Doordat je de milieu-impact van producten kunt vergelijken, kun je niet alleen voor de meest duurzame melk kiezen, maar als je boodschappen doet voor het avondeten, kun je ook beslissen: laat ik voor die groente kiezen in plaats van die en voor een vleesvervanger. Het uitgangspunt is dat elke producent in een hogere categorie kan komen. Vergelijk het met de E van Nutri-Score. Het moet ook in een onduurzame categorie als rundvlees mogelijk zijn om toch een D te scoren."

"De derde reden is vooral voor business-to-business relevant. Traditionele labels zijn voor een kleine groep een stimulans: die producten die nog geen label hebben. Zit je er ver vanaf dan is er geen prikkel om te verbeteren. Als alle producten een score hebben van 0 tot 100, is er voor alle producenten steeds een prikkel om te verbeteren."

Overheden en ketenpartners kunnen de data over de milieu-impact ook gebruiken om doelen te stellen voor een duurzamer aanbod van voedingsmiddelen. Hoe moet dat dan in zijn werk gaan?
"Dezelfde data kunnen ook door beslissingsnemers gebruikt worden. De financiële sector is al lang op zoek naar een manier om de milieu-impact van hun kredietportefeuille te berekenen. Als die duurzamer is, is het financieel risico lager. Vaak ontbreekt de data daarvoor. Als die data volgens een geharmoniseerd systeem beschikbaar komen, kun je daar een risicoschatting op maken en een lagere rente bieden of groene financiering. Vanuit het landbouwbeleid komen er steeds meer subsidies voor duurzaamheid. Je kunt de impact beter beoordelen en subsidies daar afhankelijk van maken. Bijvoorbeeld door een verpachterskorting. Ook kan de retail er bij inkoop rekening mee houden. Het is tot nu toe allemaal op vrijwillige basis – in Nederland is in het Klimaatakkoord afgesproken dat voedingsproducenten de klimaatimpact van hun producten vanaf 2025 vrijwillig inzichtelijk maken. In Frankrijk gaat het nu richting een verplichting."

Jullie verkennen in het project ook de interesse en voorwaarden voor adoptie bij marktpartijen. Hoe zit het met de bereidheid van de voedingsmiddelindustrie?
"In beginsel staat die er best positief tegenover. We hebben met veel grote bedrijven gesproken die veel met duurzaamheid bezig zijn. Veel bedrijven zien het als een grote kans. Nu roept iedereen maar dat hij duurzaam is en kunnen bedrijven die echt duurzaam zijn zich niet profileren. Er zal ook een groep zijn die helemaal niet zo duurzaam is, daarvoor is het een minder prettig vooruitzicht. Er bestaan wel zorgen rond de methodiek: iedereen wil dat zijn producten er het beste uitkomen. Er is ook de zorg dat de dataverzamelingskosten te groot worden. Je wilt ook niet dat informatie wordt gedeeld die bedrijfsgevoelig is. Dat is het belangrijkste aandachtspunt: hoe kun je een systeem opzetten dat bedrijven zo weinig mogelijk kosten maken, maar dat wel een betrouwbare inschatting geeft van de duurzaamheid. En je probeert datasystemen op te zetten waar gegevens niet op plekken terecht komt waarvan je niet wilt dat ze terechtkomen. Er zijn zorgen, maar de gedachte, daar staat bijna iedereen achter."

Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Linda van Eekeres

Linda is eindredacteur van Foodbusiness. Daarnaast schrijft zij artikelen, met de focus op logistiek, markttendensen en de invloed van politieke beslissingen op de voedingsmiddelenindustrie.

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden