Uitgerekend op Wereldmelkdag (1 juni) is Jan Derck van Karnebeek aangetreden als nieuwe CEO van FrieslandCampina. Hem wacht een flinke taak. Binnen twee maanden mag hij al de halfjaarcijfers presenteren van de onderneming. Grote kans dat niet alles meevalt. Maar belangrijker zijn de koers voor de lange termijn en het ontwikkelingspotentieel. Hoe wil hij FrieslandCampina weer aantrekkelijker maken voor melkveehouders, om er te blijven of erbij te komen?
Het is geen taak voor de CEO alleen, maar hij drukt wel een zwaar stempel op de koers en het imago van de zuivelonderneming. In de voorbije jaren heeft de top de leden regelmatig tegen de haren in gestreken met een te weinig luisterende houding en een te 'corporate' opstelling, als was ze bijna geen melkveehouderscoöperatie. De koers mocht dan maatschappelijk verantwoord zijn, maar veel melkveehouders maakten het niet mee. Het heeft FrieslandCampina in de voorbije jaren veel melk en geld gekost. Maar al zou Van Karnebeek willen, te wild kan hij het roer ook niet omgooien, want zijn voorganger, Hein Schumacher is nu een van zijn belangrijkste klanten (Unilever).
Zuinig zijn op leden
Toch zijn melkveehouders en dan met name de Nederlandse, de kroonjuwelen van FrieslandCampina. Het werkgebied is de laatste tijd dan wel uitgebreid in België en per nu ook in een groter deel van Duitsland dan voorheen, maar anders dan bijvoorbeeld Arla heeft het bedrijf weinig geografische spreiding qua melkinname en is het aantal niet-Nederlandse leden en leveranciers beperkt. Daar is ooit vrij bewust voor gekozen. Het is eigenlijk nog helemaal niet zo lang geleden dat FrieslandCampina vond dat ze af moest van de meeste leveranciers in België. Nu beweegt ze weer de andere kant op. Gezien deze situatie is het dus van belang voor de coöperatieve onderneming om de eigen leden te koesteren en ook te beschermen.
Gedaalde aanvoer
De zuivelonderneming zelf draait op het oog redelijk, maar financieel valt er wel iets te doen. Vorig jaar was het een topjaar, nu moet de broekriem weer worden aangehaald. Met de huidige lagere zuivelprijzen, moet bijvoorbeeld ook worden afgeboekt op de voorraden. Het productieapparaat moet daarnaast beter worden afgestemd op de gedaalde melkaanvoer. Verder is er werk te doen op overzeese markten, al valt er aan bijvoorbeeld de belangrijke Nigeriaanse markt misschien niet zo veel eer te behalen. Het volkrijkste land van Afrika zakt steeds verder weg. Een vaak gehoorde klacht is ook dat FrieslandCampina weer mensen nodig heeft met verstand van zuivel, maar dat is wordt al veel langer gehoord en toch draait het bedrijf meestal gewoon door. Mogelijk valt het daarmee dan wel mee.
Goede beurt
Aan uitdagingen geen gebrek dus. In één opzicht heeft Van Karnebeek alvast een goede beurt gemaakt bij de leden van FrieslandCampina. Amper veertien dagen na zijn benoeming op 17 maart heeft hij zijn voorzitterschap van het in Nijmegen gevestigde Rewilding Europe overgedragen aan een ad-interim voorzitter. Die last wilde hij niet meenemen naar zijn nieuwe baan. Op commercieel gebied moet Van Karnebeek zijn mannetje wel staan. Daarop heeft hij bij Heineken zijn sporen wel verdiend. Toch moet Van Karnebeek zich wel waarmaken. Bij Heineken gold hij als een kroonprins. De kroon ging echter niet naar hem. Daarop vertrok hij en vond een 'lichtere' baan in de tuinbouw. FrieslandCampina bood hem opnieuw werk aan op het niveau dat hij gewend was. Van Karnebeek staat aan de lat.
