Directe levering van fabrikanten van voeding en dranken aan consumenten, oftewel direct-to-consumer (D2C). Consumenten willen het wel, maar uit onderzoek van ABN Amro blijkt dat zij dan wel een korting van minimaal 5% verwachten ten opzichte van de supermarktprijs. Die wens botst met de realiteit, concludeert de bank in een nieuw rapport.
Ongeveer 15% van de 2.600 Nederlandse fabrikanten van voeding en dranken met meer dan drie medewerkers levert (ook) via een webshop direct producten aan de consument. Dat is evenveel als in 2019. In het rapport wordt wel geconstateerd dat sommige producenten van A-merken juist begonnen of stopten met D2C, zoals Drinkies.nl van Heineken en U GO Proteïne Drinks van FrieslandCampina. De houdbare producten vormen de hoofdmoot bij directe levering. Als uitzondering worden genoemd: Apetito (diepvriesmaaltijden) of de Jan Zandbergen Group (premium vleesproducten). Beerwulf (ook onderdeel van Heineken) en Nespresso (van Nestlé) worden genoemd als een van de beperkt aantal succesvolle voorbeelden van D2C.
Klantcontact aantrekkelijk
Voor producenten is rechtstreekse levering aantrekkelijk vanwege het klantcontact. Zo kunnen zij extra service bieden, de consument beter leren kennen en grip krijgen op de klantervaring, aldus het rapport Fabrikant levert direct aan consument, maar niet voor omzet. Voor nieuwe spelers is het een manier om naamsbekendheid op te bouwen.
Niet alleen het percentage fabrikanten van voedingsmiddelen en dranken met een webshop bleef gelijk, ook het aantal consumenten dat weleens direct bij een producent bestelt, groeide niet significant, blijkt uit een enquête die de bank zowel in 2019 als 2023 liet uitvoeren. Het aantal consumenten dat 'zeker of waarschijnlijk wel' direct bij fabrikanten wil bestellen is evenwel gestegen, van 30% in 2019 naar 37% in 2023. De bereidheid is er vooral bij speciale, exclusieve producten die niet in fysieke winkels te vinden zijn. De helft van de consumenten denkt dat dat goedkoper is als er een schakel, in de vorm van de supermarkt, tussenuit wordt gehaald.
Dure activiteiten nog steeds nodig
Het is echter de vraag of er een prijsvoordeel voor de consument inzit. "De supermarkt en groothandel kunnen wel worden omzeild, maar dure activiteiten zoals transport en orderpicking zijn nog steeds nodig", schrijft foodsectorspecialist van ABN Amro Rob Morren in het rapport. "Daarnaast is het de vraag of fabrikanten een eventueel prijsverschil wel willen doorgeven aan de consument gezien de vaak lage marges bij levensmiddelen van een paar procent. Kostendekkende logistiek bij de bezorging van boodschappen komt volgens onderzoek door de Erasmus Universiteit pas in zicht als er substantiële samenwerking in de logistieke keten gaat plaatsvinden tussen verschillende partijen die levensmiddelen naar de voordeur van de consument brengen."
Lagere prijzen dan in de supermarkt zou dus de katalysator kunnen zijn voor directe levering van fabrikanten. De komende jaren onwaarschijnlijk zonder grote technologische doorbraken in logistiek en warehousing, aldus Morren. "Alleen fabrikanten met een hoge marge en omzet kunnen de kosten (deels) dekken."