De markt voor duurzame dierlijke proteïne zoals, biologisch vlees of grasgevoerd rundvlees maakt aanzienlijke groei door. Volgens marktduiders gaat die groei ten koste van plantaardige alternatieven. Verschillende grote mondiale spelers zijn al in deze markt gestapt, maar inmiddels loopt Nederland voorop in deze ontwikkeling.
De markt voor duurzame dierlijke producten groeit aanzienlijk, zo blijkt uit data van onderzoeksbureau Brightfield Social Listing. Daarbij springt een markt erbovenuit. De verkoop van vis met een duurzaamheidskeurmerk na, in mei 2024 met 9,9% toe ten opzichte van mei 2023. Toch groeien ook de vleesmarkten aanzienlijk. Duurzame kipconcepten zagen een wereldwijde groei van 1,7%. De markt voor duurzaam rood vlees (rundvlees en varkensvlees) groeide in 2024 met 1,7%. Ondertussen nam het marktaandeel van plantaardige alternatieven met slechts 0,03% toe.
Deze percentages lijken relatief klein vergeleken met de groei die plantaardige alternatieven aan het begin van dit decennium doormaakte. Op sommige markten groeide die met meer dan 10% per jaar. In de praktijk gaat het echter om sterkere groei dan de groei van vleesvervangers, aangezien het aandeel van de producten veel groter is. Zo is het aandeel van plantaardige alternatieven bij proteïne 0,15%, zo blijkt uit data van Brightfield. Duurzame kip heeft daarentegen al een marktaandeel van 2,4% verworven. Duurzaam rund en varken zijn samen goed voor 4% van de proteïnemarkten. Aangezien de vissector in verband met overbevissing al veel langer met duurzaamheid bezig is, heeft duurzame vis een forse voorsprong. Het aandeel van duurzame vis in de totale eiwitvoorziening is 11,5%.
Bedrijven storten zich op duurzaam vlees
Sommige analisten op de proteïnemarkt geven aan dat de concurrentie van vleesconcepten die als duurzaam worden aangemerkt ten koste gaat van de groei van de plantaardige sector. Beide markten richten zich op dezelfde doelgroep, namelijk bewuste consumenten met een flexitarische leefstijl.
Deze trend zorgt voor de nodige verschuivingen in de prioriteiten van de vleessector. De focus op plantaardige alternatieven wordt met de jaren kleiner, maar ondertussen is de tijd dat duurzame vleesconcepten het exclusieve terrein waren van kleinschalige bedrijven met grootse idealen over. Verschillende grote spelers, zoals JBS en Tyson investeerden in duurzame ketens. In het geval van Tyson wordt de aankoop van insectenproducent Protix gezien als een opmaat naar een duurzame keten. Bij JBS ligt de focus op vlees van grasgevoerde runderen.
Nederland behoort tot kopgroep
Hoewel de trend wereldwijd wordt opgepikt, loopt Nederland op de trend voor. Het land kent al jaren niet alleen veel verschillende kleine concepten, maar de meeste slachterijen beheren inmiddels wel een duurzame keten. Zo beheert Vion de grootste biologische slachterij van Nederland, De Groene Weg. De meest uitgesproken vertegenwoordiger is waarschijnlijk Van Loon. Voor het bedrijf is duurzaam vlees geen bijzaak meer. Naast een aantal duurzame marktconcepten, heeft het bedrijf een focus op het verduurzamen van vlees tot een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering gemaakt. Het bedrijf nam afstand van de plantaardige markt en koos ervoor om in te zetten op duurzamer vlees en hybride producten. Hoewel Westfort zich wat minder publiekelijk uitspreekt, heeft het bedrijf een vergelijkbare marketingstrategie.
Zie je het Beter Leven-concept van de Dierenbescherming als duurzaam concept, dan valt een meerderheid van de Nederlandse consumptie binnenkort in de categorie duurzame consumptie. Sinds 2023 verkopen supermarkten, enkele uitzonderingen zoals het halal-assoriment daargelaten, in principe alleen nog verse kip met minimaal 1 ster Beter Leven. Ook het merendeel van het Nederlandse varkensvlees heeft al een Beter Leven-keurmerk. Eenzelfde ontwikkeling zien we in Duitsland. De twee bekendste discounters, Lidl en Aldi, hebben zich eraan gecommitteerd minimaal 50% van hun vlees onder het Tierwohl-concept te verkopen. Volgens de supermarkten is dat een eerste stap richting een volledige overschakeling.