De prijs van tarwe bevindt zich in Europa op het hoogste niveau in acht jaar tijd. Ondanks dat de oogstverwachtingen voor het komend seizoen positief zijn, wordt ook de nieuwe oogst voor een significant hoger niveau vastgelegd. Aan deze prijsbeweging liggen facturen ten grondslag die het prijsniveau meerdere jaren sterk kunnen beïnvloeden.
Beursanalisten worden begin mei steeds meer gesterkt in het geloof dat grondstoffen (commodities) bezig zijn aan een nieuwe 'supercyclus'. Hiermee wordt een trend van significant hogere prijzen aangeduid voor grondstoffen als graan maar bijvoorbeeld ook metalen. Sinds halverwege de 19e eeuw zijn er slechts vier supercycles geweest. Ze zijn dus zeldzaam en kunnen de prijzen van producten decennialang beïnvloeden. Meestal gaat aan deze trendbreuk een wereldschokkende gebeurtenis vooraf, zoals oorlog. Het laat zich raden dat COVID-19 aan de wieg staat van deze supercycle in wording.
Een nieuwe Arabische Lente
De laatste officiële supercycle duurde van 2000 tot en met 2014. Een periode van economische groei in China, de financiële crisis en Arabische Lente. Deze laatste werd naast politieke onvrede ook aangewakkerd door stijgende voedselprijzen. Dit ingrediënt speelt momenteel mee. Leg je de koers van tarwe op de grondstoffentermijnmarkt Matif in Parijs voor 2011 en 2021 naast elkaar, dan is de beweging vergelijkbaar. Analisten geloven in het voorspellend vermogen van de markt. Dit duidt erop dat we zeker nog twee jaar met een hoger prijsniveau te maken hebben dan de laatste acht jaar het geval was.
Een één op één vergelijking met de Arabische Lente mag niet worden gemaakt. Wél is het zo dat opnieuw sprake van onrust is in het Midden-Oosten. Deze keer door de gevolgen van COVID-19, die de economie van landen als Marokko, Egypte en Tunesië een gigantische klap geven. De inkomsten uit toerisme zijn opgedroogd en de revenuen uit olie lagen in 2020 flink lager. Ook kampen de landen met devaluatie van hun munt ten opzichte van de sterke dollar en euro. Het is het arme deel van de bevolking die de grootste klap krijgt te verduren. De landen zijn sterk afhankelijk zijn van geïmporteerde tarwe.
Rusland wint exportaandeel
Frankrijk is van oudsher de grootste leverancier van tarwe aan het Midden-Oosten. Dit heeft te maken met het koloniaal verleden van het land. Drie droge zomers op rij hebben ervoor gezorgd dat het land eerder uitverkocht was. Rusland heeft dit verkoopseizoen (2020-2021) flink in aandeel gewonnen. Het kan profiteren van korte scheepsroutes over de Zwarte Zee naar landen als Egypte en Turkije.
Komend seizoen is het uitgangspunt voor Rusland anders. Vanaf 2 juni wordt een variabele exportbelasting ingesteld op onder andere tarwe. Stijgt de vrije marktprijs boven de $200 per ton, dan treedt een nieuwe regel in werking. Van het verschil tussen de actuele marktprijs en de benchmark van $200 wordt 70% genomen. Dit bedrag moet als belasting worden betaald, bovenop de marktprijs. Afgezien van een kostenstijging – wat Russische tarwe-export onaantrekkelijker maakt – zorgt het voor een grote mate van onzekerheid. Landen als Egypte, Turkije en Algerije kopen tarwe aan via hun staatsbureaus die zogenaamde tenders uitschrijven. Brengt een Russische exporteur een bod uit, dan weet hij vooraf nooit de exacte prijs. Deze onzekerheid heeft onherroepelijk effect op de markt.
Meer tarwe uit Zwarte Zee gebied
Rusland had in 2020 een goede tarweoogst, in tegenstelling tot Oekraïne, Roemenië en Kazachstan. Voor dit seizoen is de uitgangspositie vooralsnog goed. De graangewassen zijn goed de winter uitgekomen en akkerbouwers hebben, ingegeven door hogere prijzen vorig najaar, meer hectares ingezaaid. Kan Rusland minder tarwe exporteren, dan nemen andere landen deze positie deels over, zo wordt verwacht. Sinds half februari kent het land een vaste exportbelasting, die ook effect heeft. Tegelijkertijd exporteert het nog steeds wel tarwe, en zelfs meer dan verwacht. President Poetin, die met de heffing hoopte de voedselprijzen te stabiliseren in zijn land, vangt zo bot.
Ook in de Europese Unie is meer graan gezaaid. Een lange koude en droge periode zorgt ervoor dat de gewassen er begin mei minder goed voor staan. De Europese Commissie rekent nu met een oogst van 124,8 miljoen ton tarwe. Eén maand geleden was dat 1,9 miljoen ton meer. Het huidig niveau ligt wel boven de oogst van 2020, die 117,2 miljoen ton bedroeg. Vooral in Frankrijk vallen de granen tegen. De maanden mei en juni worden allesbepalend. Tot de oogst in gang is blijft onzekerheid bestaan over de totale omvang, waardoor de prijzen scherp kunnen stijgen maar ook hard dalen wanneer regen valt.
Veevoer laat prijs stijgen
Vrijdag 30 april bereikte de Europese termijnmarktnotering een top van €257,75 per ton voor de oude oogst. Dinsdag 5 mei krabbelde de koers na een kortstondige daling opnieuw op naar een nog hoger niveau van €259,50. Door degradatie van de gewassen heeft de prijs van de nieuwe oogst forse stappen gezet. Deze noteert nu boven de €220. Dat is een relatief hoog niveau voor deze tijd van het jaar. De vraag naar tarwe voor gebruik in veevoeders is groot, omdat het alternatief maïs eveneens duur is en nauwelijks voorradig. China koopt steeds meer tarwe in Europa. Blijft de maïsprijs hoog, dan moet ook op dure tarwe worden gerekend. Zelfs bij een normale tot goede Europese graanoogst is dat niet voldoende om voorraden voldoende aan te vullen. Dit zorgt voor onbalans in de markt. Wereldwijd is meer vraag dan aanbod naar tarwe.
Een periode van hoge prijzen maakt het onaantrekkelijk voor landen om hun voorraden aan te vullen. Tegelijkertijd is er de sterke wens om veel voorraad te hebben in tijden van economische onzekerheid. Daarbij staat de voedselvoorziening op één. Alle grondstoffen, waaronder granen, zijn hierdoor in trek. Economisch herstel kan het consumptiegedrag positief beïnvloeden waardoor ook met hogere grondstofprijzen rekening met worden gehouden. Een goede oogst of niet, in het huidig economisch speelveld moet minimaal de komende twee jaren rekening worden gehouden met een hoger prijsniveau voor tarwe. De wereld vraagt om tarwe en het is er niet genoeg.