Na een periode van daling zit de palmolieprijs de laatste weken weer in de lift. Het is bovendien opnieuw niet meer de goedkoopste eetbare olie. De stijging van de palmolieprijs heeft verschillende oorzaken.
Een van die oorzaken is een weer flink gestegen import door India. Dit land is samen met China de grootste importeur van palmolie. In het nog lopende teeltjaar (tot oktober) importeert India naar verwachting 10 miljoen ton palmolie. Dat is 5% meer dan in het jaar er voor, ton 9,5 miljoen ton werd ingevoerd. China blijft dit jaar dan wel iets achter, maar niet heel erg veel.
Belang verschillende markten
Deze markten zijn belangrijker voor de prijsvorming dan de EU-markt. Ook een andere markt krijgt steeds meer gewicht. Dat is de markt voor biobrandstoffen. Met name Indonesië, de grootste producent ter wereld, werkt er hard aan om meer palmolie in te zetten als biobrandstof, niet alleen voor wegtransport, maar ook als vliegtuigbrandstof. Dit heeft een tweeledig doel: meer duurzame brandstof produceren, maar ook de prijs voor eetbare palmolie hoog te houden.
Maleisië lijkt hiermee minder ver dan Indonesië, maar dit land is ook een veel minder grote producent van palmolie, al is het wel de nummer 2 in de wereld.
Palmolie daalde eind juli duidelijk in prijs en zakte daarmee onder de prijs van zonnebloemolie. Dat was was toch niet voor heel lang. Nu is palmolie al weer een tijdje stijgend in prijs, terwijl zonnebloemolie door een ruim aanbod juist heel concurrerend is.
De beide oliesoorten zijn evenwel niet volledig uitwisselbaar. In de voedingsindustrie zijn er bijvoorbeeld tal van toepassingen waar palmolie specifiek wordt gevraagd voor consistentie en eigenschappen bij bepaalde temperaturen, waarvoor zonnebloemolie niet geschikt is.