Het Verenigd Koninkrijk heeft in het late voorjaar van 2023 een vrijhandelsovereenkomst gesloten met Nieuw-Zeeland. Sindsdien zijn er minder handelsbelemmeringen tussen beide landen. Met name voor de huidige krappe Britse zuivelmarkt geeft dat verlichting. Maar nu heeft ook de Europese Unie een vrijhandelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland gesloten. Gaat dat de Britten dwarszitten?
Het Verenigd Koninkrijk heeft import van zuivel nodig om aan de eigen behoefte te voorzien. Ook na de Brexit is de EU nog steeds een belangrijke handelspartner, maar als zelfstandige natie kijkt het Verenigd Koninkrijk verder om minder afhankelijk te zijn van het Europese vasteland. In dat opzicht past de Britten een vrijhandelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland, ook een onderdeel van het Gemenebest, goed. Ook Nieuw-Zeeland, met zuivelgigant Fonterra de grootste exporteur ter wereld, is blij met de deal.
Snelst groeiende exportmarkt
Eerder dit jaar spoorde de minister van Landbouw van Nieuw-Zeeland, Todd McClay bedrijven aan om gebruik te maken van de vrijhandelsovereenkomst. Het Verenigd Koninkrijk is voor Nieuw-Zeeland een van de snelst groeiende exportmarkten. Ook bij producten als wijn, vlees, honing en appels is een toename te zien.
Een analyse over het tweede kwartaal van het AHDB, de Britse ketenorganisatie voor land- en tuinbouw, laat zien dat onder meer de import van kaas door het Verenigd Koninkrijk is gegroeid. Dit compenseerde een dreigende krapte op de Britse kaasmarkt, door een lagere eigen kaasproductie en een hogere export. De Britten importeerden de meeste kaas uit de EU, Nieuw-Zeeland kwam als leverancier op de tweede plaats.
Een ander voorbeeld is boter. De boterproductie in het Verenigd Koninkrijk daalde jaar-op-jaar met 10% in het tweede kwartaal. De export daalde eveneens, met 20%. Maar de 33% hogere import deed de voorraden stijgen met een kleine 1%. Nieuw-Zeeland vult de extra behoefte graag in en kan dit mede doen door de lage tarieven. Ook maken de relatief hoge boterprijzen de transportkosten van Nieuw-Zeelandse boter draaglijker. Want vanzelfsprekend lopen de boterprijzen in het Verenigd Koninkrijk mee met de algemene marktontwikkelingen en zijn zij fors gestegen, net als in Noordwest-Europa. De totale zuivelexport vanuit het Verenigd Koninkrijk daalde in het tweede kwartaal met 2,6%. Jaar-op-jaar steeg de import juist met 14,8%.
Aandeel import wordt groter
AHDB verwacht dat de beschikbaarheid van zuivel in de Verenigd Koninkrijk voorlopig krap blijft, waardoor hogere importen nodig blijven. Dit als gevolg van gematigde melkproductie begin dit jaar. Anderzijds zijn er voor de Britten kansen op de Ierse zuivelmarkt, die (tijdelijk) ook te maken heeft met een kleinere beschikbaarheid van melk. Economische en geopolitieke invloeden kunnen de toekomstige handelsstromen ook stevig bepalen.
Daar komt bij dat Nieuw-Zeeland vanaf 1 mei 2024 ook een vrijhandelsovereenkomst heeft afgesloten met de EU. Nieuw-Zeeland bespaart vanaf dag één van de invoering al NZ $100 miljoen aan invoertarieven. De EU wordt als koper een stuk competitiever, al zijn er wel verschillen tussen de overeenkomsten die Nieuw-Zeeland heeft gesloten met de EU en het Verenigd Koninkrijk. Zo zijn de besprekingen voor het vrijhandelsverdrag met de EU al gestart in 2018, dus nog voor de Brexit. Zo worden de importtarieven met de EU geleidelijk afgebouwd, terwijl veel heffingen door het Verenigd Koninkrijk (ook van zuivel) direct zijn afgeschaft. Ook is de EU strenger met de bescherming van de geografische productaanduidingen, zoals champagne en parmaham.
Preferente positie
Ook legt de EU in het vrijhandelsverdrag veel meer de nadruk op duurzaamheid, het milieu en arbeidsrechten. De EU hanteert eveneens strengere regels op het gebied van gegevensbescherming en privacy. Dit maakt dat het voor Nieuw-Zeelandse exporteurs eenvoudiger is om zuivel naar het Verenigd Koninkrijk uit te voeren. Daar hebben de Britten ook bewust op ingezet, om zo een preferente positie te hebben in het zeker stellen van de voedselvoorziening.