De palmolieprijzen zijn in zowel Rotterdam als topproducent Maleisië gedaald. Ondertussen is Maleisische ringgit sterker geworden ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Ondanks de lagere productie en export van palmolie blijft de Maleisische overheid optimistisch over de marktkansen. Dit mede dankzij nieuwe handelsmogelijkheden, het B40-mandaat in Indonesië en de uitspraak van de WTO over Europees ontmoedigingsbeleid voor het gebruik van palmolie. Onderhandelingen over een nieuw handelsakkoord zijn opgestart.
De palmolieprijs in Rotterdam noteerde $1.200 per ton op 21 januari, een daling van 0,83% ten opzichte van de voorgaande week (14 januari). In Maleisië sloot de notering op 4.208 Maleisische ringgit op 22 januari, wat 3,64% lager is dan een week eerder. Hoewel de prijzen sinds de piek begin december een dalende trend vertonen, liggen ze nog steeds aanzienlijk hoger dan een jaar geleden: +7,79% in Maleisië en zelfs +19,4% in Rotterdam.
Sterkere Maleisische ringgit
De prijsdaling kan de vraag naar palmolie beïnvloeden, gezien de concurrentie met andere oliën, zoals sojaolie uit Zuid-Amerika. Wel daalde de Amerikaanse dollar afgelopen woensdag verder ten opzichte van de Maleisische ringgit, een trend die al drie weken gaande is. Een sterkere ringgit verhoogt de prijs van palmolie voor handelaren die vaak in dollars betalen. Aan de andere kant worden geïmporteerde producten voor Maleisische producenten, zoals kunstmest, betaalbaarder. De sterkere munt heeft dus nadelen en voordelen voor producenten.
Daling productie en export
De productie en export van palmolie is in Maleisië gedaald in 2024/25. Volgens de Malaysian Palm Oil Board (MPOB) daalde de maandelijkse productie in december met 8,3% ten opzichte van het voorgaande jaar, terwijl de export met 9,97% afnam. Op jaarbasis daalde de productie met 2,1% naar 19,3 miljoen ton, terwijl de export met 3,8% afnam, zo blijkt uit cijfers van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA).
B40-mandaat in Indonesië
Toch is de Maleisische palmoliesector optimistisch over de marktkansen. Dit door onder andere het B40-mandaat in Indonesië, de WTO-uitspraak en de hervatting van onderhandelingen met de EU over een vrijhandelsakkoord. Het B40-biodieselmandaat in Indonesië verhoogt het aandeel palmolie in biodiesel van 35% naar 40%. Dit verdrag is op 1 januari ingegaan, al looopt de aanpassingsperiode nog tot februari. Hierdoor zal het palmolieverbruik in Indonesië, de grootste producent en exporteur, toenemen, wat de export en wereldwijde beschikbaarheid vermoedelijk vermindert. De prijs van ruwe palmolie in Maleisië zal hierdoor kunnen stijgen. De prijsstijging wordt aan de andere kant wel beperkt door de toenemende productie van sojaolie uit Zuid-Amerika, met name Brazilië.
EU past maatregelen aan na WTO-uitspraak
Op 10 januari heeft de Wereldhandelsorganisatie (WTO) uitspraak gedaan in het juridische geschil tussen Indonesië en de EU over palmolie-biodiesel. De EU had limieten gesteld aan het gebruik van palmolie-biodiesel, vanwege het hoge risico op ontbossing. Het idee van Brussel is om het gebruik ervan tussen 2023 en 2030 af te bouwen. Indonesië stelde echter dat de EU een protectionistische maatregel heeft uitgevoerd. Het WTO heeft in het geschil een uitspraak gedaan en erkent dat palmolie-biodiesel inderdaad een hoog risico op ontbossing en klimaatverandering met zich meebrengt, maar wees ook op onregelmatigheden in het Europese ontmoedingsbeleid.
De WTO stel dat de EU-maatregelen onder meer niet voldoen aan de vereiste transparantienormen. De WTO beveelt aan dat de EU haar maatregelen aanpast, omdat de huidige maatregelen discriminerend zijn ten opzichte van Indonesische palmolie-biodiesel in vergelijking met andere biobrandstoffen.
Maleisië en EU hervatten onderhandelingen
Maleisië en de EU hervatten onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord, nadat dit jaar 12 jaar stil lag vanwege conflicten over de Maleisische palmolieproductie. Het akkoord de export van elektronica en palmolie naar de EU stimuleren, zo is de gedachte. De Europese Commissie streeft naar een partnerschap waarbij arbeidsrechten worden gewaarborgd en het milieu wordt beschermd. Een mogelijk akkoord is overigens nog niet in zicht.