De termijnmarkten voor tarwe, maïs en soja reageerde gemengd in anticipatie op de februari-editie van het Wasde-rapport. Vooral tarwe – recent het beste jongetje van de klas – staat onder druk. In Europa is juist het tegenovergestelde waar. Daar boekte tarwe en maïs opnieuw winst.
Een dag voor publicatie van het vraag- en aanbodrapport zijn Amerikaanse analisten en handelaren er maar druk mee. Hun stemming wordt gereflecteerd door de beurskoersen op de CBoT. Tarwe sloot op $5,79.50 per bushel tegenover $5,82.75 op vrijdag. Maïs kwam uit op $4,57.3 per bushel (was $4,87.50) en soja bleef onveranderd op $10,49.50.
Maïsproductie
Vooral voor maïs verwachten de Amerikanen steun. De handel schat in dat de analisten van het Amerikaanse landbouwministerie gaan schaven aan de Zuid-Amerikaanse productiecijfers. Het is heet en droog geweest in Argentinië en dat heeft impact op de maïsproductie. Schattingen bedragen 49,1 miljoen ton maïs, wat bijna 2 miljoen ton minder is dan vorige maand werd gerapporteerd. Ook de productie van sojabonen daalt met bijna 2 miljoen ton.
Mogelijk dat Brazilië deze daling op kan vangen. De schatting daar bedraagt 170,2 miljoen ton en dat is 2 miljoen ton meer dan in januari. Maïs blijft met 126,6 miljoen ton bijna onveranderd staan. In de VS zelf wordt nog gespeculeerd over de te publiceren voorraadcijfers. Die kunnen weleens positief (bullish) uitvallen, maar niet iedere analist is het daarmee eens. De 'stieren' hopen dat bullish nieuws in het Wasde-rapport het maïscontract weer boven de $5 kan laten eindigen. Dat idee wordt bevestigd door de fondsen, die een record aan netto longposities aanhouden op de CBoT. Sinds april 2022 was het aantal contracten niet zo hoog.
Europese tarwe plust
Tarwe leverde nog het meeste in. In Parijs was dat een ander verhaal. Het maartcontract eindigde op €236,75 en dat is €2 meer dan waar afgelopen week mee werd geëindigd. Ook maïs deed het iets beter. Er kwam €1,25 op de prijs. Wat in Europa vooral meespeelt, is het nieuws uit de Zwarte Zeeregio. En dan met name berichten rond het weer. Komt er nog een fikse vorstperiode, ligt er voldoende sneeuw en wat is de vochttoestand van de grond. Overigens wordt in Rusland wel sneeuw van betekenis voorspelt.
Niet alleen in Rusland, ook in Oekraïne is het zeer droog. Volgens de Ukranian National Agricultural Academy was het in zeven seizoenen niet zo droog. Tussen november en januari viel gemiddeld 79 millimeter, waar dat normaal 117 millimeter is. Ook de vochtvoorraad in de bodem is extreem laag. Boeren in het land zaaiden afgelopen najaar 5,24 miljoen hectare wintertarwe.
Recordexport Rusland
Naast de weerfactor speelt ook de Russische exportpositie een cruciale rol voor Europese exporteurs. Die hebben de meeste deals aan hun neus voorbij zien gaan in de eerste helft van het exportseizoen, vanwege een slechte kwaliteit en te hoge prijs. Egypte kocht tussen juli vorig jaar en januari dit jaar 6,3 miljoen ton Russische tarwe. Dat is 70% meer dan in diezelfde periode een jaar eerder. Dat blijkt uit Russische exportcijfers. Volgens persbureau Reuters bevindt de totale tarwe-export zich op recordhoogte. Tot februari ging het om 32,2 miljoen ton en dat is 1,3% meer dan vorig seizoen.
Op 15 februari treden nieuwe exportbeperkingen in werking waardoor het exportniveau af gaat nemen. Kopers en verkopers hebben daarom al een voorschot genomen op deze maatregelen. Tot 1 juli kan Rusland nog 10,6 miljoen ton tarwe verkopen, binnen de regels van de exportquota. Na Egypte is Bangladesh de tweede grootste koper van Russische tarwe (2,3 miljoen ton). Turkije staat op plek drie, gevolgd door Algerije en Kenia.
Mager seizoen
De Europese Unie, met name Frankrijk, heeft nog wel wat goed te maken dit exportseizoen. Franse cijfers lieten vorige maand zien dat de export van tarwe uit dat land in 25 jaar tijd niet zo laag was. Vooral omdat Algerije en China het laten afweten, waar Rusland nu heer en meester is. FranceAgriMer gaat uit van 66% minder export dit jaar en dat betekent het laagste exportvolume sinds seizoen 1996/97.