Beurshandelaren waren weinig onder de indruk van de cijfercorrecties die het Amerikaanse landbouwministerie USDA doorvoerde in het Wasde-rapport voor februari. Heel negatief waren die cijfers op zich niet. Zo werd de wereldtarweproductie verlaagd. Met name bij soja en maïs knelt de schoen. De productie- en voorraadcijfers werden weliswaar gecorrigeerd, maar vanuit het perspectief van de Amerikaanse boer zijn die nog altijd zeer hoog.
Zoals verwacht liet het USDA de cijfers voor maïs en soja in Argentinië dalen. Bij soja ging er 3 miljoen ton af, tot 49 miljoen ton productie dit seizoen. Maïs ging met een magere 1 miljoen ton naar beneden, tot 50 miljoen ton. Voor Brazilië liet het de maïsoogst eveneens met 1 miljoen ton dalen, terwijl soja ongewijzigd bleef. Wordt die 169 miljoen ton die voor dit oogstjaar is ingeschat werkelijkheid, dan is dat een record voor het Zuid-Amerikaanse land.
Teleurstelling
Handelaren waren teleurgesteld dat de cijfermakers van het ministerie de Amerikaanse de eindvoorraden ongemoeid lieten. Voor maïs betekent dat 1,54 miljard bushel en voor soja 380 miljoen bushel. Voorafgaand aan de publicatiedatum was uitgegaan van minstens een bescheiden verlaging voor maïs.
Wereldwijd gaat het USDA uit van 3 miljoen minder maïsvoorraad en 4 miljoen minder soja. Hoofdzakelijk door een kleinere oogst in Zuid-Amerika. Algeheel gezien is de wereldmarkt goed gevoed en is sprake van een onbalans in de vraag- en aanbodsituatie. Zeker nu de wereld weer in de ban is van importheffingen, tussen China en de VS, zit de angst er goed in.
Tarwevoorraad daalt
De wereldwijde tarwevoorraad verlaagde het USDA met 1,3 miljoen ton, tot 257,6 miljoen ton. Het zet de wereldtarweproductie op 693,79 miljoen ton, wat marginaal hoger is dan in januari. Aan de Europese markt ging dat nieuws gisteren (dinsdag 11 februari) voorbij gezien de publicatietijd. De Matif sloot marginaal lager, op €236 per ton voor het maartcontract. Daar speelt het nieuws dat er misschien tóch op tijd sneeuw valt in Rusland een grotere rol dan wat in de VS plaatsvindt.
Maïs kreeg er een €0,50 bij in Parijs en steeg daarmee opnieuw deze week. In de VS eindigde tarwe, maïs en soja allemaal lager als gevolg van de Wasde-cijfers. Vooral maïs moest – dankzij de voorraadcijfers – inleveren. Het eindigde op $4,84 per bushel, tegenover $4,91.5 op maandag. De kans op een koers boven $5 is nu wel verkeken. Soja settelde op $10,43.5 en verloor daarmee 60 cent. Tarwe hield het verlies met 15 cent beperkt.
Vanochtend (12 februari) opende tarwe op de Matif onveranderd, op €236, om vervolgens iets af te zakken. Maïs opende een €0,50 lager en schommelt rond de €217.
Voor de lange termijn blijven analisten voorzichtig optimistisch als het om soja en maïs gaat, maar op de korte termijn is de realiteit anders. De markten staan onder druk en voorlopig blijft dat zo. De ogen zijn vooral gericht op het politiek spel van Trump – en de daaropvolgende Chinese reactie – en de oogsten in Zuid-Amerika.
Strohalmen
Voor Europa blijft weernieuws de koersen domineren. De Europese handelaren, en dan met name de Fransen, hebben koste wat kost een paar flinke deals nodig om van hun tarwe af te komen. Zij klampen zich vast aan de strohalm dat vorstschade en droogte op de loer liggen in het Zwarte Zeegebied en dat de Russische exportmotor zonder brandstof begint te raken. Zeker met exportbeperkingen op komst dit weekend. Feit is dat Franse maal- en baktarwe nog altijd te hoog geprijsd is om de concurrentie met Zwarte Zee-tarwe aan te gaan. De exportcijfers zijn licht gestegen, maar blijven veel te laag.