De coronacrisis heeft de belastingschuld in Nederland flink doen oplopen. Vooral in de sector ‘leisure’ zijn de schulden groot. De hotels noteren gemiddelde de grootste schuld (€205.000), maar de druk is het grootste onder de cateraars. Die hebben – zo blijkt uit een analyse van ABN Amro – maar liefst 45 maanden nodig om de schuld af te betalen. Ook de transportsector leed flink onder de crisis. Tegelijkertijd kwam veel agrarisch ondernemers met de schrik weg.
Uit een nieuw rapport van ABN Amro, op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, wordt duidelijk dat de belastingschuld ondernemers blijft achtervolgen. Ruim 10% van de bedrijven in Nederland zorgen gezamenlijk voor een belastingschuld van €16 miljard. Voor een groot deel van hen staat de schuld gelijk aan een aantal jaarwinsten. Bij bijvoorbeeld de restaurants heeft 43% een belastingschuld, welke gestegen is tot bijna negen keer de maandelijkse bedrijfswinst in 2019. Opvallend feitje: 100% van alle cafés met vijftig of meer werknemers heeft uitstel aangevraagd. En hoewel de supermarkten open konden blijven, is ook daar de schade niet beperkt gebleven. 13% vroeg uitstel van betaling aan.
Het brengt een groot risico met zich mee, aldus de bank. "Zodra de schuld binnen de door de overheid gestelde 36 maanden (vanaf oktober) moet worden terugbetaald, snoept dat een flink deel van de winst voor belasting af." ABN Amro berekende dat dit er bij de drankenproducenten voor zorgt dat de belastingafdracht wordt opgevoerd tot 23% van de winst per maand. Het is dan ook niet gek dat het vertrouwen in de toekomst bij deze ondernemers naar een dieptepunt is gezakt. "In de horeca, cultuur, sport en recreatiesector stelt een meerderheid 2020 met verlies te hebben afgesloten. In de horeca alleen gaat het zelfs om 70% van het totaal." Enigszins goed nieuws is dat van de 233.835 bedrijven die uitstel aanvroegen, inmiddels 34.430 alweer aan hun verplichtingen hebben voldaan.
25% van horeca heeft schulden
Het mag geen verrassing zijn dat de horeca een van de sectoren is die het zwaarst geleden heeft onder de coronamaatregelen. Dat blijkt ook wel uit de cijfers van ABN Amro. Een kwart van de horecasector kampt namelijk met een belastingschuld. "Ruim 16.000 bedrijven hebben samen een schuld van €943 miljoen, met een gemiddelde van €57.000 per bedrijf", schrijft de bank. Daarbij springen de restaurants, zoals hierboven ook beschreven, het meeste in het oog. Ook is de sector koploper als het gaan om de steunmaatregelen van de overheid. "90% van de bedrijven met één of twee werknemers heeft gebruik gemaakt van minimaal één regeling."
Om die schuld van €943 miljoen terug te betalen, zijn horecabedrijven gemiddeld twaalf maanden aan winst kwijt, zo berekende ABN Amro. "De eis is dan wel dat de winst de komende jaren terugkeert naar het niveau van 2019. En dat zal voor veel bedrijven niet het geval zijn, waardoor de terugbetaling waarschijnlijk langer zal duren." De belastingdruk is overigens het hoogste bij kantines en cateraars, zo meldt de bank. "Zij betalen gemiddeld 45 maanden aan winst om van hun schuld af te komen.
De hotellerie heeft in de sector 'leisure' per bedrijf de hoogste schuld, namelijk €205.000. Maar dat is niet de sector die het vaakst uitstel aangevraagd heeft, dat zijn namelijk de restaurants (43%) en cafés (37%). De gemiddelde schuld ligt hier wel lager, op respectievelijk €55.000 en €39.000. De meeste van deze schulden zijn opgebouwd in het tweede kwartaal van 2020. Al kon een deel in het derde kwartaal – nadat veel Nederlanders in eigen land op vakantie gingen en dus weer wat omzetten kon worden gedraaid – alweer afbetaald worden. De tweede lockdown, die aan het einde van vorig jaar werd ingezet, heeft dat echter weer tenietgedaan.
Dit maakt ook dat de verwachtingen voor herstel zeer wisselend zijn. "Zo herstellen hotels in Amsterdam die leunen op de zakelijke gast en buitenlandse toerist minder snel dan bijvoorbeeld hotels in het oosten van het land of in kustgebieden waar veel Nederlanders op vakantie gaan."
Voedingsmiddelenindustrie: €450 miljoen schuld
Volgens ABN Amro hadden bijna 2.500 bedrijven in die sector eind februari uitstel van betaling toegekend gekregen. Die bedrijven vertegenwoordigen ongeveer 13% van het totaal aantal bedrijven, waarmee het resultaat iets hoger is dan het landelijk gemiddelde van 10,4%. De schuld van deze bedrijven komt uit op €450 miljoen. De drankensector is het zwaarst getroffen, met een gemiddelde schuld bij de kleinere bedrijven (2 tot 49 medewerkers) van €90.000 en een gemiddelde schuld van €2,7 miljoen bij de grotere bedrijven (50 medewerkers of meer).
De bank schrijft dat vooral de kleinere bierbrouwerijen in de sector moeite hebben om het hoofd boven water te houden. "De flinke groei van het aantal bierbrouwers de afgelopen jaren maakt de problematiek voor de groep ondernemers lastig. Veel van hen hebben recent nog geïnvesteerd in groei. Dat brengt hoge financieringslasten met zich mee. Daarnaast komt een deel van de bedrijven niet of nauwelijks in aanmerking voor steun, omdat ze net gestart zijn", schrijft het.
Ook de brood- en deegwarenindustrie heeft het zwaar. Daarbij moet je denken aan bakkerijen, vleesverwerkers en handelaren in voedingsmiddelen. Gemiddeld komt de belastingschuld uit op €50.000. Dit heeft grotendeels te maken met het feit dat deze bedrijven direct of indirect leven aan horeca in binnen- en buitenland. "Gemiddeld gezien valt de schade in de foodsector daarmee iets mee, maar het lage gemiddelde maskeert de pijn van een aantal bedrijven dat volledig afhankelijk is van de horeca en worstelt om het hoofd boven water te houden", concludeert de bank.
Transportsector kampt met schuld van €2,1 miljard
Een andere belangrijke schakel in de voedselketen, is de transportsector. Die sector heeft een schuld opgebouwd van €2,1 miljard, verdeeld over 17% van de bedrijven. De gemiddelde schuld is daarmee hoog, namelijk €252.000. Ter vergelijking: in het gehele bedrijfsleven is dat €80.000. "De schuld is vooral hoog bij bedrijven met meer dan 50 medewerkers: gemiddeld €5,7 miljoen. Uitgesmeerd over 36 aflossingstermijnen van een maand bedraagt de schuld gemiddeld zo'n 65% van het brutoresultaat. Vanaf 2022 komt daar nog 4% invorderingsrente bij."
Deze bedrijven hebben in de zomer van 2020, net zoals de horeca, even kunnen floreren. De sterke opleving van de internationale handel en het herstel van de industriële productie waren daar toen de reden voor. Al gold dat niet voor het personenvervoer of bedrijven die louter aan de horeca leveren. "Sommige bedrijven hebben nog wel alternatieve opdrachten kunnen vinden, zoals bevoorrading van supermarkten en pakketbezorging. Maar, dat verandert niets aan het feit dat de vooruitzichten voor diverse bedrijven slecht zijn." Volgens ABN Amro kan dat zorgen voor verdere consolidatie in de sector. "Het is goed denkbaar dat de verzwakte bedrijven worden overgenomen door de sterke ondernemingen in de sector."
Agrarisch ondernemer komt goed weg
En niet te vergeten, de eerste schakel in de keten: de agrarisch ondernemer. Die lijkt, volgens de cijfers van ABN Amro, redelijk met de schrik vrijgekomen. De belastingschuld in deze branche is minimaal. Dit heeft voor een groot deel te maken met de snelle opleving van de sierteeltuitvoer vanaf juni. Volgens de laatst bekende data heeft zo'n 5% van de telers in die sector uitstel van belasting toegekend gekregen. Gezamenlijk hebben zij een schuld van €22 miljoen. Over de gehele agrarische sector gezien, vroeg 4% uitstel van betaling aan.
Het inkomen van boeren lag wel lager, beschrijft de bank: "In 2020 was dat €54.000. Het langjarig gemiddelde komt uit op €59.000. De reden? De kosten stegen met 3%, terwijl de inkomsten met 2% afnamen." De belastingschuld komt over de gehele sector uit op €133 miljoen. De gemiddelde schuld per bedrijf is €45.000. "De vooruitzichten zijn wel gunstig. De uitvoer neemt toe en ook de prijzen lijken op orde waarmee het terugbetalen van de schuld voor veel bedrijven geen probleem hoeft te vormen", concludeert de bank tenslotte.