’s Lands grootste supermarktketen, Albert Heijn, maakte afgelopen week bekend dat het assortiment producten van Nederlandse bodem wordt uitgebreid. “Door gebruik te maken van innovatieve teelt- en bewaartechnieken kunnen consumenten nu langer genieten van producten van eigen bodem”, schrijft het. Albert Heijn is echter niet de enige supermarkt die inzet op Nederlands trots. Immers, een debacle zoals vorig jaar met de Israëlische aardappelen moet natuurlijk voorkomen worden.
Melk, kaas, eieren, kip en varkensvlees komen bij Albert Heijn al voor 100% van eigen bodem. Dit jaar breidt het dat assortiment uit met meer dan 40 miljoen aardappel-, groente- en fruitproducten. Een van de redenen om dit te doen, is het feit dat consumenten steeds meer verlangen naar verse producten. Die producten zijn minder lang houdbaar en kunnen dus simpelweg niet altijd uit Verweggistan gehaald worden. Maar, de Nederlandse boeren produceren natuurlijk niet jaarrond bramen, aardbeien of aardappelen. Daarom is de retailer samen met de boeren en telers aan de slag gegaan met innovatieve teelt- en bewaarsystemen.
"Hierdoor kunnen we nu jaarrond aardappelen, aardbeien en bramen uit Nederland aanbieden", zo schrijft het met trots in het onlangs verstuurde persbericht. Ook heeft het op deze wijze het Nederlandse seizoen voor frambozen, komkommer, paprika, kropsla, kruiden, aardappelen, uien en conference peren verlengd. Het uiteindelijke doel is om de hoeveelheid import-aardappelen steeds verder af te bouwen.
Niet alleen in deze ontwikkeling
De supermarktketen staat niet alleen in deze ontwikkeling. Ook bij andere retailers is (vers) product van Nederlandse bodem een steeds belangrijkere pijler. Zo ontwikkelde Coop begin dit jaar al een nieuw logo voor Nederlandse producten. "We weten dat veel mensen graag producten van Nederlandse bodem eten. Met dit 'Nederlandse boeren-logo' zie je direct of jouw product uit ons eigen land komt en of je zo de boer in Nederland steunt.", schreef het toentertijd. En PLUS maakte eerder bekend het hele jaar door alleen maar Nederlandse bramen aan te bieden. Daarmee heeft het de import uit het buitenland volledig stopgezet.
Deze trend werd twee jaar al ingezet. Uit een poll bleek toen dat ruim negen op de tien Nederlanders de voorkeur geeft aan Nederlandse groente en fruit in de supermarkt. Aanleiding voor de discussie was toen een uitspraak van Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber. Zij sprak zich fel uit tegen de uitvoer van onze eigen producten en de invoer van goedkopere varianten uit het buitenland. "Waarom eten wij sperziebonen uit Marokko of appels uit Nieuw-Zeeland, terwijl we dit soort producten ook in eigen land verbouwen?" Geen vreemde vraag, maar wel een met een antwoord. Zo hebben onze eigen producten het imago dat ze duur zijn en ten tweede raakten we gewend aan het feit dat we jaarrond bijvoorbeeld aardbeien konden kopen.
Consumentendiscussie
Dat die aardbeien uit een ander land kwamen, is pas een discussie van de laatste tijd. Nu aandacht voor het milieu steeds belangrijker wordt, zien consumenten de import van producten uit het buitenland als slechte keuze. "Al het transport dat bij de in- én uitvoer van producten komt kijken, is belastend voor het milieu. Meer producten van eigen bodem betekent dat er minder vervuilend vervoer nodig is. Invoer van voedsel moet een aanvulling zijn op de productie van een land, en geen handel op zich die deze vervangt", zo kwam twee jaar geleden uit een poll van het tijdschrift Plus naar voren.
In 2020, het jaar dat gedomineerd werd door de coronacrisis, kreeg die discussie nog een nieuw hoofdstuk. Vooral omdat aardappeltelers flink leden onder de wegvallende afzet richting de horeca. Supermarktketen Albert Heijn had in mei vorig jaar aardappelen uit Israël in de aanbieding en dat leverde een stroom aan negatieve reacties op via sociale media. "Waarom onze eigen piepers niet vol trots in het schap leggen?", vroegen velen aan de keten. Niet alleen Albert Heijn, maar ook andere retailers luisteren nu dus naar die oproep.
Maar, het is afwachten of die consumentenwens ook in geval van voedselschaarste overeind blijft. Toen we massaal gingen hamsteren aan het begin van de pandemie, was er namelijk behoorlijk kritiek op de lege schappen. Een buitenlandse aardappelen of een Nederlandse aardappel, het maakte niet uit, zolang we maar die aardappel in huis hadden.
