Wijnboer zijn in Nederland, dat brengt uitdagingen met zich mee. Dat ervaart ook Diederik Beker, wijnboer in het Betuwse Erichem. "De eerste tien jaar was het echt niet alleen halleluja. Inmiddels hebben we ervaring opgedaan; juist van tegenslagen leer je." De wijnmaker verkoopt zowel aan particulieren als aan wederverkopers.
De oogst zit er op. Hét moment voor een gesprek met Diederik Beker, wijnboer in de Betuwe. Dat doet hij samen met partner Arina van Leenen. Tijdens zijn studie aan HAS Hogeschool stond Beker al voor de keuze: boer worden of vertegenwoordiger. Zijn familie had een klein akkerbouwbedrijf met onder meer suikerbieten. Maar het was niet gepland dat Beker dat zou overnemen. Uiteindelijk kwam hij op het idee om wellicht iets met wijn te doen. Samen met zijn vader bezocht hij een gerenommeerde wijnboer in Wageningen die met duurzame rassen werkte. Zo kreeg het idee meer en meer vorm, en startte hij in 2004 met een wijngaard van één hectare.
Sprong in het diepe
"Als ik er op terugkijk, dan was het een enorme sprong in het diepe. Maar we gingen er gelijk voor. Ik startte met een ondernemingsplan, en gaf het vijf jaar. Als het na vijf jaar niets zou zijn, dan zou ik stoppen. Het moest immers wel levensvatbaar zijn; we moeten ervan kunnen eten. Ik werkte op dat moment nog als medewerker op een agrarisch loonbedrijf, en deed de wijnbouw er in de vrije uren bij. In 2013 kwamen we op het punt terecht dat de verkopen goed liepen en we onszelf konden bedruipen. Toen kwam ook mijn partner Arina van Leenen in het bedrijf", vertelt Beker.
Van Leenen komt uit de gastronomische hoek van de voedingsindustrie en doet de verkoop en marketing bij het Betuws Wijndomein. Zij is tevens de organisator van de proeverijen en rondleidingen en heeft de verkoop onder haar hoede. "Al zijn de taken ook weer niet zo strikt gescheiden. Het loopt prima om samen ondernemer te zijn", aldus Beker. Het geheim van de onderneming? "Het is een cliché; maar alles wat wij doen, moet gericht zijn op kwaliteit. Daar worden wij op beoordeeld, en dat is dus onze prioriteit. Daarnaast moet je geloven in je verhaal." En dat werkt, want dit jaar won Betuws Wijndomein de gouden medaille voor rode wijn bij de wijnkeuring van de Lage Landen.
'Elk jaar is het zoeken'
Beker ziet de wijnbouw als een sector die op de grens ligt van wat klimatologisch mogelijk is. "Het is elk jaar opnieuw zoeken. We hebben een paar mooie wijnjaren gehad. Denk aan 2018 en 2020. Toen was de kwaliteit van de druiven top. Maar er zijn ook jaren waarin het een stuk moeizamer ging. Ook daar leer je van. Toch geloof ik wel dat Nederland veel potentie heeft voor wijnbouw, omdat wij een gematigd klimaat hebben. In Frankrijk en Spanje kampen veel van de wijnboeren (door droogte in de zomer) met andere uitdagingen."
De veertien rassen die hij inmiddels gebruikt in de wijngaard van zeven hectare, zijn ontwikkeld voor Europese wijnboeren. Zo gebruikt hij onder meer Joanniter, Regent, Solaris en Cabernet Cortis. "In Frankrijk bepaalt de overheid welke rassen een wijnboer gebruikt, maar daar is in Nederland 'gelukkig' geen sprake van", aldus de wijnboer. In de Nederlandse wijnbouw is meeldauw wel een probleem. "Daar heb je gewasbescherming voor nodig. Met de nieuwe rassen die wij gebruiken, heb je minder hulpmiddelen nodig en kun je de druiven duurzamer telen. Deze rassen hebben een hogere resistentie."
De Betuwse wijnboer geeft aan dat sommige Duitse en Franse wijnboeren wel willen overschakelen op dit soort nieuwe rassen, maar dat dit moeilijk gaat vanwege een tekort aan plantmateriaal. Daardoor kunnen wijnboeren nog niet overschakelen, terwijl ze wel de behoefte hebben. "Dat leidt ertoe dat de wijnbouw in Europa nog vrij traditioneel is. Innovaties duren lang. Het voordeel van ons land is dat hier geen historie is, waardoor wij wel op innovaties in bijvoorbeeld rassen inspringen", legt Beker uit.
Meer vraag dan aanbod
In Nederland staat driehonderd hectare aan wijngaard, en dat is weinig in vergelijking tot Duitsland of Frankrijk. De laatste jaren neemt de aandacht voor Nederlandse wijn wel toe, en daar profiteert Betuws Wijndomein van. "Steeds meer liefhebbers weten de weg naar de wijngaard te vinden. Per jaar produceren we zo'n 40.000 flessen wijn. Inmiddels wordt 80% aan particulieren verkocht, de andere 20% vindt plaats via wederverkoop. De vraag overstijgt het aanbod inmiddels. Er is duidelijk een groeiende groep die meer wil uitgeven aan goede wijn. En ja, de coronacrisis heeft zeker geholpen. De aanloop is daardoor zeker niet minder geworden."
In de toekomst zijn de ondernemers van plan een circulaire wijnkelder te creëren. "Het plan ligt al bij een architect." Over een paar jaar komt er ook een woongebouw in de wijngaard te staan, plus een bed & breakfast. "Wij waren al met circulariteit bezig, maar willen dit nog meer ontwikkelen. Het Betuws Wijndomein moet een plek van beleving worden. Toeristen worden wakker in de wijngaard en ervaren de sfeer. Dat biedt meer toekomst dan louter denken in hectare-uitbreiding. Wij vinden groei uiteraard belangrijk, en dat kan ook nog (met 2 hectare), maar dit is niet het hoofddoel." Wat wel een speerpunt is, is duurzaamheid. "Wij hebben geen afval; we gebruiken echt alles."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.