Een goed idee ten uitvoer brengen is misschien wel de grootste uitdaging van foodbedrijven. Daarom kiezen veel bedrijven ervoor om hun productie uit te besteden. De co-manufacturer vinden die bij je past is echter een hoop gedoe. Alleen al de juiste accountmanager te spreken krijgen kost veel tijd. Daarom richtte Pascal Ruzius Cibus Nexum, latijn voor voedsel en verbinding, op. Cibus Nexum maakt het proces naar eigen zeggen een stuk makkelijker.
Cibus Nexum presenteert zich als een soort makelaar in de foodwereld. Wat doen jullie precies?
"Makelaar is een woord dat vaak opkomt, maar wij zien onszelf meer als intermediairs. Cibus Nexum is Latijn voor voedsel en verbinding en dat legt eigenlijk perfect uit wat we doen. We verbinden onze foodklanten met de juiste co-manufacturers binnen Europa."
Hoe gaat dat in zijn werk?
"Eerst onderzoeken we met de klant aan welke voorwaarden voldaan moet worden om een product op de markt te brengen. Als die voorwaarden duidelijk zijn, dan gaan we op zoek naar de juiste partner. Eerst zoeken we in ons warme netwerk van co-manufacturers. Dat heeft onze voorkeur, want dan kunnen we een warme entree regelen voor onze klanten. Vinden we het daar niet, dan kijken we verder buiten ons netwerk. Dan maken we een lijst van potentiële fabrikanten en gaan we die filteren. De één of twee fabrikanten die het beste bij de wensen van de klant past benaderen we. Wat veel van onze grotere kanten hierbij trouwens prettig vinden, is dat we anoniem voor ze kunnen zoeken. Als grote foodbedrijven bijvoorbeeld net een heel zwaar ontwikkeltraject voor een grote innovatie hebben doorgemaakt, dan vinden ze het wel prettig dat ze ons kunnen inzetten om die zoektocht anoniem uit te voeren.
Daarna brengen we de partijen samen om tafel om de vervolgstappen te bespreken. Wanneer het traject duidelijk is, volgen de eerste labproeven. Als die proeven slagen en beide partijen met elkaar verder willen, sluiten we een nieuw contract af en starten we met een productieproef. Als ook die proef slaagt, dan sluiten we een overeenkomst af om de producten echt op de markt te brengen. Als dat contract getekend is, stappen wij uit het proces. Zo behouden we onze onafhankelijkheid. Als de klant daar behoefte aan heeft is er nog wel een vervolgstap, productoptimalisatie. Op verzoek van de klant kunnen we bijvoorbeeld uitzoeken of een product in dunnere verpakkingen geleverd kan worden. Dan stappen we opnieuw in."
Jullie tasten eerst af wat de behoefte is van de klant? Is dat dan niet bij elke aanvraag op voorhand duidelijk?
"Niet elke klant weet precies wat er nodig is om een product op de markt te brengen. Bij startups is het bijvoorbeeld vaak belangrijk om uit te leggen wat er bij er allemaal bij het produceren van voedsel komt kijken. Daarom geven we waar nodig waar ook begeleiding. Dan vraag je: Wat moet de houdbaarheid van een product zijn? Lever je het product gekoeld, bevroren of op kamertemperatuur? Is het bedoeld voor de retail of de food service? Wat voor een certificering is er nodig? Grote bedrijven leveren de antwoorden op deze vragen eigenlijk altijd voor het eerste gesprek aan, maar nieuwkomers hebben daar vaak nog niet eens over nagedacht."
Pascal Ruzius
Bij het lanceren van een nieuw product komt duidelijk veel kijken. Hoeveel tijd zit er tussen een goed idee en een product?
"Dat is natuurlijk moeilijk te zeggen, want dat ligt heel erg aan het type product. Hele innovatieve producten moeten meestal eerst door een Novel Food traject van de Europese Unie heen en dat traject alleen al duurt jaren. Maar bij een product dat lijkt op wat er al op de markt is, kost het ons meestal zeven tot acht maanden om een product in het schap te krijgen. Als je het zelf een co-manufacturer probeert te vinden duurt het veel langer. In het verleden heb ik bij Nestlé gewerkt en daar duurde het vaak zestien tot achttien maanden voordat je product ook echt in de schappen lag. Het duurt zo lang omdat grote bedrijven vrij logge organisaties zijn. Dat is precies waarom wij Cibus Nexum hebben opgericht. Wij dachten, dit proces moet sneller."
Wie zijn jullie klanten?
"Wij hebben allerlei soorten klanten van groot tot klein. Aan de ene kant werken wij veel met startups, maar wij doen ook zaken met grote bedrijven als Friesland Campina of Cargill. Sinds kort is daar nog een partij bijgekomen en dat zijn investeerders. Veel startups denken dat ze een fabriek gaan beginnen, maar dan stappen investeerders op de rem. Want het starten van een fabriek vergt een miljoeneninvestering en een hoop kennis. Alleen kennen investeerder die wereld niet, dus komen ze bij ons uit."
Op welk samenwerking zijn jullie het meest trots?
"Recent hebben we een aantal hele mooie projecten begeleid in de wereld van plant based voeding. We zijn bijvoorbeeld ook heel trots op onze samenwerking met Good Good, een maker van koolhydraatarme pindakaas. Dat bedrijf bestaat uit twintig marketingmedewerkers in Reykjavik, maar ligt inmiddels in 4.000 Amerikaanse supermarkten. En La Vie springt er ook uit. Wij hebben La Vie met hun Co-manufacterer verbonden. We kwamen ze tegen op de Sial in Parijs en twee weken later kregen we een telefoontje van ze. Nog geen jaar later ligt hun product in de grote supermarkten van vijf landen."
Jullie zijn duidelijk erg actief in plantaardige producten. Het plantaardige aanbod is de laatste jaren geëxplodeerd. Hoeveel ruimte is er nog voor nieuwe plantaardige producten?
"Even leek het erop dat de banden wel vol kwamen te liggen, maar de tijden veranderen. Er komen steeds meer partijen op de markt die focussen op de co-productie van plant based food. Die kan je gewoon bellen met de vraag: ik wil een plant based cake op de markt brengen, kunnen jullie me helpen? Daarnaast is er weer wat meer ruimte op de productiebanden omdat er een lichte daling is in de verkoopvolumes."
Jullie overzien de hele foodwereld. Wat is de belangrijkste foodtrend van het moment?
"Dat is toch wel affordable nutrition, het verlagen van de kosten voor de consument. Ik krijg signalen dat er op van alles bezuinigd wordt, van grondstoffen en ingrediënten tot salarissen. Daarnaast is inmiddels elke mogelijke cent wel van de verpakkingen afgeschaafd. Inmiddels zijn we op het punt dat al dat soort efficiëntieslagen zijn gemaakt. Dus zetten fabrikanten op het moment vooral in kleinere verpakkingen. Consumenten kijken namelijk vooral naar de prijzen. Dat heeft vooral te maken met psychologische barrières. Vaak denken ze: dat pak sap was vroeger €2,19. Het kost ineens €1.89, nu wil ik het wel kopen. Al betaal je dan meer voor hetzelfde volume."
Er zijn veel goede ideeën in de wereld, maar hoe veel innovaties slagen ook echt?
"Eigenlijk slaagt maar een klein aantal producten. Ik zit nu ongeveer 20 jaar in het vak en in mijn ervaring ligt het aantal producten dat na een jaar nog op de markt is rond de 10% tot 15%."