De nieuwe linkse regering in het Verenigd Koninkrijk biedt de agri- en foodsector vooral continuïteit. Toch zal het een en ander veranderen. Zo is de nieuwe premier Keir Starmer van plan om de veterinaire richtlijnen van de EU weer te onderschrijven. Over de eigen agrarische sector heeft Labour de mond vol, al zorgde het migratiebeleid bij de agri- en foodsector vooral voor teleurstelling. Daarnaast wil de nieuwe minister-president inzetten op regels voor reclame, maar stapt hij af van hogere belastingen op voeding.
Op het eerste oog is er voor de foodsector ondanks de ruk naar links vooral sprake van continuïteit. Zo valt er geen sterkere focus op de Europese Unie te verwachten. Net als de conservatieve partij zien de sociaaldemocraten vooral veel in meer internationale handel. Qua handelsbetrekkingen valt onder Starmer dus meer van hetzelfde te verwachten. Het Verenigd Koninkrijk zal vooral inzetten op nieuwe handelsverdragen over de hele wereld. Zowel voor de in- als verkoop van voedsel zoekt het Verenigd Koninkrijk aansluiting op de wereldmarkt. Voorlopig blijft daarbij de nadruk liggen op landen die vroeger tot het Britse rijk hoorden. Labour heeft zich ten doel gesteld om zo snel mogelijk tot een overeenkomst te komen met India.
Wel is er een uitzondering op deze houding. De sociaaldemocraten hebben namelijk een plan aangekondigd om zich weer aan de Europese veterinair protocollen te committeren. Dit moet het importproces van vlees stroomlijnen, waardoor problemen bij de grens worden vermeden. Helemaal verbazen mag dat niet, want juist voor de vleesvoorziening is het Verenigd Koninkrijk sterk afhankelijk van de Europese Unie.
Gemengd signaal
Opmerkelijk is dat Labour in de campagne van de steun van Britse boeren een speerpunt heeft gemaakt. Daarbij lag de nadruk op voedselzekerheid. Labour pleit voor een zelfvoorzieningsgraad van minimaal 50%. Al wil Labour twee vliegen in een klap slaan en is de partij ervoor om meteen ook een duurzaamheidsslag te maken. Daarbij ligt de nadruk voornamelijk op efficiënt landgebruik.
Daar staat echter tegenover dat de foodsector op een van de belangrijkste punten bot vangt, namelijk rondom de aanpak van arbeidstekorten. Net als de Europese Unie gaat het Verenigd Koninkrijk gebukt onder een personeelstekort. Al is er een verschil. Sinds de Brexit heeft het Verenigd Koninkrijk geen toegang meer tot de gedeelde Europese arbeidsmarkt, waardoor het voor het land moeilijker is geworden buitenlands personeel te werven. Met name in de fruit- en vleessectoren worden de arbeidstekorten gemerkt. Voor hen komt er echter weinig goed nieuws.
Omdat Labour ook de migratie wil terugdringen, zet de partij in op een visumsysteem waarbij toelating wordt gekoppeld aan vaardigheden waaraan een tekort is. Daarbij lijkt de nadruk toch vooral te liggen op het aantrekken van expats. Bij de arbeidsmigratie voor lager betaald personeel staat de partij juist voor strenger beleid. Overtredingen van de arbeidswet worden niet getolereerd en de tijd dat specifieke sectoren konden leunen op migratie is wat de partij betreft over. Voor de foodsector verwacht de regering veel van automatisering.
Andere reguleringsstrategie
Op het gebied van gezondheid heeft de nieuwe regering zich voorgenomen om de voedingsmarkt meer te reguleren. Starmer kondigde aan een bestaande wet, die reclame voor ongezonde voeding gericht op kinderen verbiedt alsnog in te voeren. Zijn voorganger nam zich voor reclames van suikerrijke voeding op tv en internet tussen half zes en negen uur 's avonds te verbieden, maar de conservatieve regering besloot de maatregel twee keer uit te stellen. In eerste instantie tot 2024 en later tot 1 oktober 2025. De conservatieve regering gaf aan op het uitstel te zijn overgegaan om inflatiebestrijding te prioriteren. Daarnaast is de overheid van plan om de verkoop van energiedranken aan kinderen onder de zestien te verbieden. Het gaat om een verbod op dranken met 150 milligram cafeïne per liter.
In het belasten van ongezonde voeding ziet Labour daarentegen niets. De nieuwe regering is er, gezien de hoge inflatie van de laatste jaren, op tegen voeding duurder te maken. Daarmee verlaat de organisatie de weg die al door de conservatieve partij werd ingeslagen. De Tories voerden in hun regeerperiode een suikerbelasting van 24 pence in voor dranken die meer dan 8 gram suiker per 100 milliliter bevatten. Voor dranken die tussen de 5 en 8 gram suiker bevatten werd een belasting van 18 pence ingesteld. Een uitbreiding van de belasting naar voedingsproducten die veel vet of suiker bevat ligt dus niet in de lijn der verwachting.