Hoe hoog de Amerikaanse inflatie in januari was, wordt vandaag (woensdag 12 februari) bekend. Oplopende prijzen ondermijnen het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten. Maar op korte termijn leidt een hogere inflatie vooral tot een verdere stijging van de dollar.
Op valutamarkten deinen wisselkoersen de afgelopen weken mee op de tariefretoriek van Donald Trump. Een week geleden leken Canada en Mexico te maken te krijgen met Amerikaanse importheffingen. Die maatregelen werden razendsnel uitgesteld, zodat de schijnwerpers zijn verschoven naar een heffing op Europees staal en aluminium. Het onvoorspelbare schokbeleid van Trump werkt indirect door in de waarde van de dollar. Als het duurder wordt om goederen de Verenigde Staten in te krijgen, gaat de Amerikaanse consument daar vroeg of laat wat van merken. Uit recente peilingen blijkt dat Joe Sixpack de bui al ziet hangen. De Universiteit van Michigan maakte afgelopen vrijdag bekend dat de doorsnee Amerikaan verwacht dat de inflatie over twaalf maanden uitkomt op 4,3%.
Komt er een nieuwe inflatierally?
Als dat niveau daadwerkelijk wordt aangetikt, zou dat de hoogste stand zijn in bijna twee jaar. Het grote verschil is dat de inflatie in het voorjaar van 2023 al een flink stuk op weg was met de glijvlucht die een zomer eerder vanaf een niveau van ruim 9% werd ingezet. Voorlopig blijft het aftasten of er een nieuwe inflatierally aankomt. Morgen maakt het Bureau of Labor Statistics het officiële cijfer over januari bekend. Economen houden er rekening mee dat die op hetzelfde peil ligt als de 2,9% van een maand eerder. Als grote verrassingen uitblijven, is er weinig aanleiding voor de Federal Reserve om aan de beleidsrente te sleutelen. Dat wordt waarschijnlijk ook de boodschap van Fed-voorzitter Jerome Powell, die deze week het Amerikaanse Congres bijpraat.
Rentekloof wordt groter
Voorlopig hoeven Powell en zijn medebestuurders nog geen knoop door te hakken over de beleidsrente. Dat gebeurt pas op 19 maart. Een maand geleden prijsden handelaren de kans op een renteverlaging in op circa 25%. Inmiddels is dat minder dan 7%. Op dit moment is het meest waarschijnlijke scenario dat er dit jaar een of zelfs geen renteverlaging komt. Het ziet er dan ook naar uit dat het renteverschil met Europa nog groter wordt. Terwijl de Amerikaanse beleidsrente 4,5% uitkomt, hanteert de Europese Centrale Bank (ECB) een depositofaciliteit van 2,75%. Daar gaat begin maart nog 0,25%-punt vanaf. De inflatie in de eurozone is weliswaar de afgelopen vier maanden telkens iets gestegen tot 2,5% in januari, maar de ECB kijkt vooral naar de haperende economische groei.
Pas op de plaats
Een lagere rente maakt het aantrekkelijker om geld te lenen voor nieuwe investeringen of consumptie-uitgaven. Veel economen verwachten dan ook dat de Europese rente eind dit jaar op of zelfs onder de 2% uitkomt. Ondanks het groeiende renteverschil – dat het steeds aantrekkelijker maakt om vermogen in dollars aan te houden – maakt de munt al een paar weken een pas op de plaats. Die adempauze is vooral terug te voeren naar de onzekerheid over het handelsbeleid van Trump en wat zorgen over het dipje in het Amerikaanse consumentenvertrouwen. Als de aandacht weer verschuift naar inflatiecijfers en renteverschillen, kan de dollar zijn opmars hervatten. Het ziet er nog altijd naar uit dat de munt nog voor de jaarwisseling meer waard wordt dan een euro.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.