In Sri Lanka is er afgelopen weekend een opstand uitgebroken onder de bevolking. De ambtswoning van de (nog) zittende president Gotabaya Rajapaska in de hoofdstad Colombo is bestormd door duizenden demonstranten die het aftreden eisen van de president. De president is gevlucht en door het leger in veiligheid gebracht.
De economie in Sri Lanka is volledig ingestort en de inflatie is huizenhoog. Daarnaast speelt een enorm voedseltekort in het land door foute beslissingen van de regering aangaande de Sri Lankaanse landbouw. De president had bij zijn verkiezing beloofd om de landbouw te hervormen naar een moderne, milieuvriendelijke landbouw met een verdienmodel voor de boeren (klinkt als de Nederlandse regering).
Over een periode van tien jaar zou de landbouw hervormd worden naar een landbouw die volledig biologische zou zijn en waarbij geen gebruik meer gemaakt zou worden van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Ook werd beloofd dat er voldoende voedsel zou zijn en dat er bovendien een beter verdienmodel voor de lokale boeren in zou zitten.
Verbod kunstmest en pesticide
President Rajapaska ging na zijn verkiezing iets te voortvarend van start onder druk van Ngo's en milieuorganisaties en verbood in 2021 het gebruik van kunstmest en pesticide in de Sri Lankaanse landbouw. Meer dan 2 miljoen boeren in Sri Lanka werden zo gedwongen om over te stappen naar biologische landbouw.
Het resultaat was een volledige instorting van het opbrengsten van de landbouw en een opbrengstreductie van 20% tot 60% van de belangrijkste voedingsmiddelen van het land. Zo zakte in de eerste zes maanden de rijstopbrengst met 20%. Waar Sri Lanka jaren zelfvoorzienend was in zijn rijstproductie moest de regering nu voor $450 miljoen aan rijst importeren om de bevolking van voedsel te voorzien. Ook de productie van het op één na belangrijkste product van Sri Lanka, thee, klapte volledig in elkaar met opbrengstreducties van meer dan 50%. Daarmee werd de inflatie aanwakkerend en werd de bevolking steeds ontevredener.
In november hief de regering tijdelijk het verbod op kunstmest op voor een aantal belangrijke gewassen zoals thee en kokosnoten. Deze ontheffing viel samen met de forse wereldwijde stijging van de kunstmestprijzen.
De regering bood de boeren nog compensatie aan en pompte opnieuw $200 miljoen in de landbouw. Dit woog echter amper op tegen de verliezen die boeren hadden geleden door het mislukken van hun oogsten en/of het halveren van hun opbrengsten. Opnieuw werd de inflatie aangewakkerd in het land, dat steeds meer afhankelijk werd van import van voedsel en amper nog kon exporteren. Dat werkte ontwrichtend. Opeens moest de bevolking het drievoudige voor haar voedsel betalen en werd daarmee in armoede gestort.
Onder de armoedegrens
Inmiddels zijn meer dan een half miljoen Sri Lankanen onder de armoedegrens terechtgekomen. Deze neerwaartse spiraal lijkt voorlopig ook niet meer gekeerd te worden. De opstand van de bevolking is dan ook een directe aanval op het zittende regime dat door foute beslissingen op gebied van landbouwpolitiek een complete bevolking in armoede, honger en ontwrichting heeft gestort.
De kernwoorden van deze ramp voor dit land zijn: biologische landbouw, voedselzekerheid, idealisme, inflatie, voedselafhankelijkheid, hoge voedselprijzen, financiële compensatie voor boeren en onrust onder de bevolking. Zoek de overeenkomsten met Nederland...
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.