Het Financieele Dagblad kopte afgelopen week dat het Verenigd Koninkrijk niet meer tot de top drie van de belangrijkste handelspartners van ons land behoort. Dit jaar staan de Britten op de zesde plek. Voedingsproducten voelen de gevolgen, maar slagen er goed in om alternatieven aan te boren.
Een belangrijk exportproduct naar het Verenigd Koninkrijk is voedsel, zowel bewerkt als vers. Net zoals de totale uitvoer, daalde ook de export naar het Verenigd Koninkrijk van deze producten. Denk aan tomaten en vlees. In de eerste helft van 2021 daalde de uitvoerwaarde van voedingsmiddelen met 11%. Als belangrijkste handelspartner op het gebied van voedsel is het land hierdoor van de derde naar de vierde plek gedaald. De Fransen hebben de derde plek ingenomen.
In hoeverre het Verenigd Koninkrijk als exportland aan belang ingeboet heeft, verschilt per voedingsmiddel. Zo is het land voor de Nederlandse uitvoer van vlees, na Duitsland, het belangrijkste uitvoerland. Dat was zo voor de Brexit en is nog altijd zo. Voor zuivel is het van de vierde naar de vijfde plek gezakt en voor groente en fruit waren de Britten de op één na belangrijkste handelspartner. In aanloop naar de daadwerkelijke uittreding van de Britten uit de Europese Unie nam dat aandeel echter af. Zo werden er minder tomaten uit Nederland en meer uit Marokko naar het Verenigd Koninkrijk verscheept. In de eerste helft van dit jaar slonk het aandeel verder, waardoor het Verenigd Koninkrijk na Duitsland, België en Frankrijk inmiddels op de vierde plek staat.
Het is evident dat de brexit gevolgen heeft voor de uitvoerwaarde van de voedingsmiddelen van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk. Is dit erg? Niet per se, omdat Nederlandse producenten dit weten te compenseren. Zo is de totale uitvoerwaarde van Nederlandse voedingsmiddelen in de eerste helft van 2021 namelijk toegenomen. Deels is dit een correctie na de zwakke eerste jaarhelft van 2020, deels zijn dit hogere prijzen. Maar het is vooral een verschuiving van afzetmarkten geweest. Zo nam de uitvoerwaarde van groente en fruit naar Ierland, België, Spanje en Roemenië bovengemiddeld toe.
Op 1 januari gaat fase 2 in van het 'border operating model', dat de handel regelt tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Dit zorgt ervoor dat gezondheidscertificaten verplicht worden voor de meeste van dierlijke producten, zoals eieren, kaas en vlees. Nederlandse bedrijven moeten over deze certificaten beschikken om die producten naar het Verenigd Koninkrijk te mogen exporteren. In juli gaat fase 3 in en gelden de strengere douane-eisen voor alle producten. Vanaf dat moment worden ook certificaten voor plantaardige producten vereist. De deadlines voor het ingaan van de fasen zijn al twee keer verschoven. De Britse regering gaf afgelopen week aan klaar te zijn om de controles in te voeren, maar dat door onder meer de impact van corona bedrijven langer respijt krijgen.
Nederlandse bedrijven hebben ruim de tijd gehad zich voor te bereiden op deze drempels. De kans is daarom klein dat ze onvoldoende kennis over de verplichtingen hebben. Wel bestaat bij hen de zorg dat er toch oponthoud zal ontstaan. Dit doordat de Britse douane, onder andere door tekort aan arbeidskrachten, niet goed in staat zal zijn om de controles efficiënt uit te voeren.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
