Nu de samenleving weer open gaat, zal de consumptie van voeding en dranken voor een deel normaliseren. Toch gaan ondernemers in de foodsector niet een doorsnee jaar tegemoet, want nieuwe problemen dienen zich aan. Hoge productiekosten, arbeidsschaarste en inflatie zetten de sector op scherp.
De afgelopen twee jaar stond de afzet van handelaren en verwerkers in de voedingsmiddelenindustrie in het teken van coronabeperkingen. Sluitingen van out-of-homekanalen, thuiswerken en de beperking om bezoek thuis te ontvangen, gaven voedsel- en drankenbedrijven kopzorgen. De sluiting van cafés en nachtclubs had bijvoorbeeld een negatieve invloed op de verkoop én productie van alcoholische dranken. En de afname in het aantal mensen dat van en naar werk reisde, zorgde voor minder consumptie onderweg en op kantoor, wat gevolgen had voor leveranciers van dranken en voeding aan kiosken, cateraars of broodjeszaken.
Uit een enquête van branchevereniging FNLI blijkt dat ongeveer 50% van de leveranciers aan de out-of-homekanalen een omzetdaling van 20% of meer noteerden als gevolg van de coronacrisis. De afzet via het retailkanaal nam juist toe. Dit zorgde er per saldo voor dat de productie van de industrie in 2020 en 2021 redelijk op peil bleef.
Geen doorsnee jaar
Nu alle restricties vervallen en consumentenbestedingen niet meer worden beïnvloed door coronamaatregelen herstelt naar alle waarschijnlijkheid de drankenproductie weer en stijgt de productie van voedingsmiddelen licht. ABN Amro verwacht dat de drankenproductie dit jaar met 5% stijgt en de productie van de totale voedingsmiddelenindustrie met circa 1%.
Dat wil niet zeggen dat 2022 een doorsnee jaar wordt. De coronacrisis heeft gezorgd voor structurele veranderingen. Zo wordt er meer thuisgewerkt en groeit het aandeel online verder. Food Service Instituut Nederland (FSIN) verwacht dat in 2030 15% van alle boodschappen online wordt geplaatst. Verder krijgen ondernemers dit jaar te maken met hogere kosten als gevolg van gestegen energie-, grondstof- en transportprijzen, met arbeidsschaarste en wellicht met het veranderende consumentengedrag als gevolg van de inflatie en als na-ijleffect van de pandemie.
Direct en indirect effect hogere energieprijzen
Door onder meer lage voorraden en geopolitieke spanningen is de prijs van gas en elektriciteit zeer hoog. De escalatie tussen Rusland en Oekraïne geeft een opwaartse druk op de gasprijzen en onzekerheid voor komende periode. ABN Amro verwacht dat de gasprijs heel dit jaar op een relatief hoog niveau blijft. Dat heeft een direct en een indirect effect op de handel en verwerking van voedsel.
De hogere prijzen hebben direct effect op de voedingsmiddelenindustrie, vooral voor het verwarmen, koelen en verwerken van voedsel. Een indirect effect is merkbaar doordat de industrie een hogere prijs moet betalen voor de inkoop van grondstoffen en diensten, gezien bijvoorbeeld tomaten en granen als gevolg van hogere productiekosten duurder zijn geworden, net zoals transport en verpakkingen. Vooralsnog lijkt er geen sprake te zijn van tekorten, maar de onzekerheid hierover neemt toe.
Voedselprijsindex met 20% gestegen
De hogere energieprijzen, maar ook de aanhoudende vraag, toegenomen transportprijzen en arbeidsschaarste geven de wereldvoedselprijzen een opwaartse druk. Daarnaast vielen sommige oogsten tegen en is de zuivelproductie licht afgenomen. Deze combinatie van factoren zorgde dat de wereldmarktprijzen voor onder andere zuivel, graan en oliën afgelopen jaar met gemiddeld 30% toenamen en uitkwamen op een uitzonderlijk hoog niveau.
Het einde lijkt nog niet zicht. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (de FAO) namen de voedselprijzen in januari 2022 nog eens met bijna 20% toe. Zowel Rusland en Oekraïne zijn belangrijke graanproducenten. Nu het conflict verder escaleert, geeft dit niet alleen onzekerheid voor de gasprijzen, maar ook voor de graanprijzen.
Tekorten
Niet alleen worden al deze productiemiddelen (zoals grondstoffen, arbeid, transport, energie) duurder, maar in sommige gevallen ook zo schaars dat de ondernemer flink wordt belemmerd en er druk op de productie komt. De vraag is dan niet hoeveel de producent wenst te betalen, maar of hij zijn handen op bepaalde productiemiddelen kan leggen. Vooral het tekort aan personeel lijkt een grotere groeibelemmering te worden voor ondernemers.
Net zoals bij veel andere sectoren neemt het aantal vacatures in de sector toe. In januari nam het aantal vacatures binnen foodberoepen naar schatting met 20% toe. Dit zijn beroepen als fieldoperators, mechanisch operators of keurmeesters. Het aantal onvervulbare vacatures nam sneller toe. Voor circa een derde van de vacatures lijkt het lastig om, rekening houdend met reisafstand en beroepsvoorkeur van werkzoekenden, geschikt personeel te vinden.
Doorvertaling hogere prijzen
Naast de uitdaging om aan voldoende en deugdelijke producten te komen, hebben sommige ondernemers moeite om de toegenomen kosten door te berekenen aan hun afnemers. De concurrentie is namelijk groot en de marktmacht ligt in veel gevallen bij de supermarkten.
In Nederland zijn er veel levensmiddelenbedrijven en slechts een paar inkoopcombinaties die voor hoofdzakelijk supermarkten producten inkopen. In totaal kent Nederland zes inkooporganisaties die voor een groot deel bepalen wat op het bord van de Nederlandse consument belandt. Als de voedselketen als een trechter wordt uitgebeeld, dan zitten producenten aan de bovenkant en proberen zij hun producten via een paar inkoopcombinaties in het smalle deel van de trechter bij de consument te krijgen.
Hoewel het aantal inkoopcombinaties ten opzichte van het aantal bedrijven klein is, is de concurrentie tussen de supermarkten enorm. De supermarktdichtheid is hoog en Nederlandse consumenten letten op prijs. In de media en door de Consumentenbond worden boodschappenmandjes van verschillende supermarkten met elkaar vergeleken. Onder deze druk proberen supermarkten prijsverhogingen zoveel mogelijk te beperken of uit te stellen.
Hoe bedrijven uit de strijd komen, is onzeker. Dit verschilt per product. Het hangt af van hoe sterk een merk is, in hoeverre er alternatieven zijn, wat de schaalgrootte van het bedrijf is, in hoeverre er nog efficiëntie mogelijk is en wat in contracten is afgesproken. De financiële weerbaarheid gaat er op achteruit als de kosten niet voldoende kunnen worden doorberekend. De margedruk is immers al hoog, omdat de sector de afgelopen jaren heeft geïnvesteerd in kwaliteit, productontwikkeling en duurzaamheid.
De kosten nemen al geruime tijd toe en voorlopig is er geen sprake van een kostendaling. De prijs van energie, grondstoffen, arbeid en transport blijven dit jaar nog relatief hoog. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) merkt de consument de hogere voedselkosten pas sinds kort. Het verschil tussen de verbruiksprijzen voor de voedingsmiddelenindustrie en de voedselinflatiecijfers is inmiddels flink opgelopen. Dit betekent dat de hogere kosten al geruime tijd bij bedrijven op de marge drukken.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.