Denemarken heeft als eerste land ter wereld een compleet plan voor de transitie naar een plantaardiger voedingspatroon aangekondigd. De strategie volgt na twee adviezen van het Deense onafhankelijke overheidsadviesorgaan om de Deense vleesconsumptie en -productie te verlagen. Daarmee is er flink wat werk aan de winkel voor de Deense foodsector.
Historisch gezien is Denemarken vooral een grote producent van dierlijke producten. In 2010 exporteerde het land voor circa €3,15 miljard aan gewassen, zo blijkt uit het plan. De exportwaarde van de Deense varkensvleessector was in die periode met een waarde van €4 miljard bijna een kwart groter. Toch is de transitie duidelijk in volle gang. Naar schatting van het Deense Ministerie van Landbouw wordt de waarde van de Deense gewassenexport in 2023 op €5,96 miljard geschat, een stijging van maar liefst 89,8%. De exportwaarde van Deense varkensvlees is in 2021 tot €3 miljard gedaald, zo blijkt uit data van databureau The Observatory of Economic Complexity (OEC).
Subsidies
Om de transitie nog wat te versnellen trekt de Deense overheid voor de periode van 2023-2030 een flinke subsidie uit. Voor de diversificatie van de teelt van gewassen stelt Denemarken €77,5 miljoen beschikbaar. Daarbovenop komt nog een subsidie van €674.000 om de mogelijkheid van commerciële zeewierproductie te verkennen. Daarnaast wil de Deense overheid een nieuwe foodhub oprichten in de geest van het Nederlandse Foodvalley.
Ook op het gebied van binnenlandse consumptie wil het land stappen zetten. De eigen voedingsrichtlijnen worden aangepakt om de transitie te versnellen en de Deense overheid is van plan om kantinepersoneel te trainen in het bereiden van plantaardige maaltijden. Daarmee bereik je veel mensen, zo is het idee van de Deense overheid. Want dagelijks worden in het land zo'n 650.000 maaltijden in kantines gegeten. Tenslotte moet plantaardige voeding een centrale rol krijgen in de adviezen van het Deense voedingscentrum.
Minder rundvlees
In hoeverre de productie van dierlijke producten omlaag moet, wordt niet in het rapport benoemd. Als het aan de Deense adviesorganen ligt, is de richting echter duidelijk. Denemarken heeft zeer ambitieuze klimaatambities. In 2030 wil het land de CO2-emissies met 70% terugbrengen ten opzichte van de uitstoot in 1990. Het Nederlandse reductiedoel voor dezelfde periode is ter vergelijking 49%.
Wil de Deense overheid het doel halen, dan lijkt ingrijpen in de landbouwsector onvermijdelijk. Naar verwachting van de Deense overheid is de landbouw verantwoordelijk 40% van alle Deense emissies. Begin 2023 adviseerde de Deense overheid om de emissies naar beneden te brengen met een landbouwemissiebelasting van €101 per ton CO2. De belasting zou de overstap naar plantaardige productie stimuleren, maar opvallend genoeg wordt ook de overstap van de rundveehouderij naar de varkenshouderij genoemd als mogelijke methode om de emissies van de Deense landbouw te verlagen.
Daarnaast komt het adviesorgaan tot de conclusie dat de Deense vleesconsumptie met tweederde omlaag moet. Ook aan de consumptiekant is rundvlees de kop van jut. In maart werd de Deense overheid geadviseerd om een belasting van 33% op de rundvlees in te voeren. Belastingen op varkens- en pluimveevlees laten de adviesorganen van de Deense overheid voor alsnog links liggen.