Plant FWD werd ook deze tweede editie weer gekenmerkt door een ludieke en optimistische toon. Nieuw was dat het evenement twee dagen duurde. Dit past bij de professionalisering van het evenement dat sterker werd gekenmerkt door de aanwezigheid van grote bedrijven. Ondertussen zijn investeerders voorzichtig.
Een ludieke en activistische toon werd op de tweede dag van het evenement niet geschuwd. De dag startte met een acteur die een monoloog hield vanuit het oogpunt van een politicus. De belangrijkste boodschap was dat 'de klimaatcrisis' niet zozeer als een technisch, maar vooral als een cultureel probleem moet worden gezien. Als we het klimaat willen redden, moeten we vooral minder in cijfertjes denken.
Deze boodschap vond de organisatie duidelijk buitengewoon belangrijk, aangezien de presentator 30 seconden van stilte hield om de speech te laten bezinken. Na het bezinningsmoment volgde een energieke stijl van presenteren. Bezoekers die de vorige dag aanwezig waren en nieuwe bezoekers, werden gevraagd ieder voor zich hun hand op te steken, en minstens drie onbekenden een high five te geven. Later kreeg spreker Berno Strootman de ruimte om een utopie waarin elke Nederlander veganist wordt uiteen te zetten. Daartegenover gaf de organisatie André Hoogedijk van beroepsorganisatie BO Akkerbouw en gedeputeerde namens de BBB in de provincie Noord-Holland Jelle Beemsterboer de ruimte om het verhaal wat te nuanceren.
In de hal
Op de markt, waar verschillende merken hun stands hebben, is de toon zakelijker. Bezoekers zijn op zoek naar investeerders en verschillende deelnemers zoeken een baan in de sector. Deels komt dit door een andere samenstelling van het publiek dan vorig jaar. Op de beursvloer waren een stuk minder startups te vinden, terwijl grotere foodbedrijven als Cosun Beet Company, Beyond Meat en Upfield dit jaar sterk vertegenwoordigd worden. Dit mag niet verbazen gezien het veranderende landschap van plantaardige voedingsproductie dat steeds minder door kleine ondernemers wordt gedomineerd.
Verwachtingen bij die bedrijven zijn gematigd positief. De krimp van de sector is in Nederland klein gebleven en in Duitsland worden nog altijd stappen gezet. Groei van nieuwe markten gaat volgens hen altijd gefaseerd, en we zitten nu in een stabiele periode. De verwachting heerst dan ook dat de groei op termijn terugkeert. Dat de Angelsaksische markten fors zijn gekrompen, komt volgens de deelnemers vooral door overinvesteringen. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk wordt fors geïnvesteerd in de hoop om een winnaar in je portfolio op te nemen. Toen geld niet meer gratis bleek en de groei wat stagneerde, ging de geldkraan dicht. De bezoekers van Plant Forward zijn het erover eens dat de categorie hierdoor forse klappen kreeg. Dat we dit patroon in Nederland niet zien, komt doordat hier vanaf dag één een conservatievere strategie is gekozen.
Tamme investeringen
Voorlopig lijken forse investeringen er overigens niet in te zitten. Investeerders geven aan nog altijd interesse te hebben in plantaardig, maar houden de hand toch wat op de knip. Zo moeten bedrijven, al is hun concept nog zo goed, eerst laten zien dat ze met relatief kleine bedragen geld kunnen verdienen voordat investeerders geld in grootschalige productie steken. Supermarkt wordt daarbij vermeden, aangezien die markt volgens investeerders inmiddels wel verzadigd is. De foodservice wordt als een aantrekkelijker beginpunt gezien, aangezien een start in de horeca minder investering vergt. Het mag duidelijk zijn dat de markt van de teleurstellende resultaten van bedrijven als Beyond Meat en Oatly geleerd heeft.