Van Loon Group is al decennialang een begrip in de Nederlandse vleesbranche. Sinds twee jaar zet het bedrijf ook in op vleesvervangers. Arnold Burger (44) trekt de kar en is directeur van No Meat Today Company, de nieuwe plantaardige tak van het vleesconcern.
Met hem bespreken we de aanpak van Van Loon op deze nog betrekkelijk nieuwe markt. "De hype is over, maar de groei blijft. Kijk maar naar het eetpatroon in studentenhuizen, dat is de doelgroep van morgen."
Past dat wel, zo'n plantaardige tak bij een traditioneel vleesbedrijf?
"Absoluut. Ik zou ons geen traditioneel vleesbedrijf willen noemen, maar meer een modern foodbedrijf dat groot is geworden met vlees. De wereld verandert en er is steeds meer vraag naar plantaardige producten. In die transitie gaan wij mee. No Meat Today Company zou je kunnen zien als een startup binnen Van Loon Group met een eigen merk The Blue Butcher. The Blue Butcher moet je zien als ons uithangbord. Daarmee gaan we de markt op en maken we potentiële klanten enthousiast, maar we kunnen ook alle producten onder private label leveren. Wij helpen onze klanten hun duurzaamheidsdoelstellingen waar te maken. Dit doet Van Loon Group zowel met vleesvervangers als vlees, waar duurzaamheid ook de focus heeft."
Wat is precies het verschil tussen dierlijk en plantaardig in marktbenadering?
"De markt van vleesvervangers is meer mondiaal. Wij beleveren klanten in de VS, Australië, Japan, Israël en heel Europa. De afzet van vlees beperkt zich vooral tot retailers in de Benelux. De dierlijke vleesmarkt kent meer veterinaire regels en handelsquota's. Plantaardig is een meer vrije markt. Dat biedt mogelijkheden in de handel. Nog een verschil? De markt van vleesvervangers wordt gezien als innovatief en technisch vooruitstrevend. Hierdoor is het makkelijker om nieuwe medewerkers aan te trekken, wat in de vleesbranche juist een grote uitdaging is op dit moment."
Arnold Burger
Jullie zijn niet uniek met een plantaardige tak, de concurrentie zet daar ook volop op in. Hoe onderscheiden jullie je?
"Klopt, er is veel toenadering. Zowel van start ups, maar ook van de gevestigde orde in de vleeswereld die heel serieus hierop inzet. De mediahype die er een aantal jaren was, is over. Plantaardige producten zijn intussen gemeengoed geworden. De exceptionele groei waar aan het begin sprake van was, zwakt tegelijkertijd af. Maar de vraag naar plantaardige producten zal blijven toenemen. Kijk maar naar het consumptiepatroon in studentenhuizen waar veel plantaardig wordt gegeten, dat is de doelgroep van morgen. Hoe wij ons onderscheiden? Door goede producten te maken. Met onze expertise op het gebied van vlees zijn wij in staat om de smaak van vlees te benaderen. De winst die de plantaardige tak binnen Van Loon draait, gaat daarom volledig naar R&D. Daarbij is smakelijkheid de crux. Het moet lekker zijn, anders kopen consumenten het niet. Wij werken daarom veel met testpanels, zowel intern als extern. "
De herkomst van grondstoffen bij veel vleesvervangers zijn soms vaag. Vertel eens wat meer over jullie – naar eigen zeggen – unieke grondstof FiberFort?
"Dat is een eigen ontwikkeling. Het is een grondstof op basis van erwteneiwitisolaat waar wij een vezel mee maken. Aanvankelijk zat er ook een zuivelingrediënt in, maar dat hebben we vervangen door erwt om zo ook de veganistische markt te kunnen bedienen. Ons doel met deze grondstof is om qua smaakbeleving het dichts bij kip of vis te komen. We hebben al een uitgebreide range aan producten ontwikkeld. Innovatief zijn de FiberFort calamaris, garnalen, kipfilet en kibbeling. Wij distantiëren ons niet van vlees, maar richten ons vooral op de flexitariërs die kiezen voor een hybride eetpatroon en dus niets willen inleveren op smaak en beleving."
Kortgeleden sprak de Nederlandse regering over een vleestaks, al haalde dit voorstel het niet in de Tweede Kamer. Hoe volgen jullie deze discussie?
"Van Loon Group wijst een vleestaks af, maar het is wel een sterk signaal dat overheden zich meer gaan bemoeien met eetpatronen. Een totaal plantaardig voedingspatroon is overigens niet haalbaar. Daarvoor is het areaal landbouwgrond wereldwijd te klein. Tegelijkertijd moeten we er vanaf dat dierlijk vlees de norm moet zijn. Het is wat ons betreft een combinatie van beide. Dierlijk vlees is nu te goedkoop. Ik heb hiervoor 25 jaar in de vleesbranche gewerkt, maar dat is platgezegd een uitgeknepen business. Plantaardig vlees is verhoudingsgewijs duurder, maar er is een kentering gaande door kosteninflatie in de vleesketens. Dit zal de transitie naar meer plantaardig doen versnellen, verwacht ik. Niet alleen in Europa, ook daarbuiten zal de vraag toenemen."