De overheid moet proberen om in supermarkten en horeca zoveel mogelijk producten van Nederlandse natuurinclusieve landbouwbedrijven afgezet te krijgen. Daarvoor pleit Johan Remkes in zijn vandaag gepresenteerde stikstofrapport 'Wat wel kan'.
Remkes deelt de landbouw in zones in. In de rode gebieden is ruimte voor relatief hoogproductieve landbouw. In de oranje gebieden is alleen plaats voor natuurinclusieve bedrijven. De rode gebieden moeten volgens Remkes vooral produceren voor de export, en de oranje gebieden vooral voor de Nederlandse markt. Remkes: "Dat betekent dat de overheid moet proberen om zowel in supermarkten als in de food services (restaurants en andere diensten) zoveel mogelijk productie van juist dit soort ondernemingen afgezet te krijgen. Over de vraag hoe dat te doen, zullen goede gesprekken nodig zijn, ook met de supermarkten, de horeca en ketenpartijen zelf."
"Het moet daarin niet bij praten of kennis alleen blijven", aldus Remkes. "Er zijn ook harde instrumenten nodig. In dit spoor kan ook aandacht voor gedragsbeïnvloeding van de consument niet ontbreken, hetzij via belasting op niet-duurzame producten, hetzij via voorlichting en campagnes."
CBL wil bijdragen
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) wil bijdragen aan het uitwerken van de denklijnen die Johan Remkes schetst, meldt de organisatie in een persbericht. "Hoe dit precies vorm zou moeten krijgen, moet met alle ketenpartijen van boeren en tuinders, verwerkers en afnemers besproken worden", aldus CBL in een persbericht. CBL ging 19 september in gesprek met Remkes en drie ministers en heeft daar 'aangegeven dat supermarkten en foodservicebedrijven reeds geruime tijd meer en meer samenwerken met boeren en tuinders die produceren voor de Nederlandse markt'. "Om verduurzaming van de keten effectief en toekomstgericht aan te pakken, is betrokkenheid van iedere schakel in de keten noodzakelijk, evenals een effectieve en positieve rol van de overheid", stelt CBL.
In het coalitieakkoord van dit kabinet stond dat ketenpartijen en overheid samen met de Autoriteit Consument & Markt (ACM) bindende afspraken maakt om de positie van de boer in de keten te versterken. "Van supermarkten verwachten we transparantie over de wijze waarop hun gehele assortiment aantoonbaar duurzaam en diervriendelijk wordt, inclusief duurzaam inkoopgedrag en een eerlijke prijs voor boeren." De brancheorganisatie voegt een fact sheet (zie hieronder) toe aan het persbericht waarin wordt gesteld: "Onderzoeken van de ACM laten keer op keer zien dat er geen sprake is van marktfalen: geen enkele ketenpartij verdient meer ten koste van de andere."
Ook staat te lezen: "Consumenten zien de toegevoegde waarde van biologische producten niet altijd. Uiteraard kunnen supermarkten hierbij helpen, maar minstens zo belangrijk is dat de keurmerkhouder - dat is de Nederlandse overheid - de betekenis van het biologische keurmerk meer onder de aandacht brengt."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.