De olieprijs heeft deze week wederom een stap naar beneden gezet. Terwijl Rusland meer produceerde dan het met het oliekartel OPEC+ had afgesproken, lijkt een verlaging van de Amerikaanse rentes ver weg.
De olieprijs blijft maar dalen. Donderdag 16 mei werd olie voor $83,27 per vat verhandeld. Een dag later steeg de prijs tot het hoogste punt van de week. Vrijdag 17 mei werd olie voor $83,98 per vat verhandeld. Op donderdag 23 mei noteerde de olieprijs fors lager, $81,50.
Een belangrijke reden voor de lagere olieprijs is dat Rusland de normen van de OPEC+ heeft overschreden. Volgens de Russische overheid ligt er een technische reden aan ten grondslag en zal het land snel een voorstel bij de OPEC indienen om de situatie te herstellen, zo gaf de Russische minister van Energie Aleksandr Argejev aan in de Russische media. De overproductie komt op een pijnlijk moment, aangezien de Russische vicepremier Alexander Novak twee weken gelden op een hogere olieproductie hintte. Daarnaast was er vorige week discussie binnen het kartel over de productievolumes. Vijf van de 22 landen hebben zich voor hogere targets uitgesproken. De Russische overproductie zou weleens als argument kunnen dienen voor de landen die een grotere olieproductie wel zien zitten.
Nieuwe renteverhoging?
De druk op de olieprijs nam met name woensdag 22 mei fors toe, nadat de Fed de notulen van haar vergadering naar buiten bracht. Daarin valt te lezen dat het pad naar een Amerikaanse renteverlaging langer duurt dan verwacht. Dat komt door tegenvallende inflatie-indicatoren. In de notulen is zelfs te lezen dat er is gesproken over de vraag of de economie voldoende wordt afgeremd om inflatie te bestrijden. Verschillende ambtenaren hebben hun twijfels hierover geuit. In de markt wordt deze discussie uitgelegd als een mogelijke opmaat voor een nieuwe verhoging.
Toch is het verre van zeker dat de Fed bij aanhoudend hoge inflatie tot nog een renteverhoging overgaat. Tegelijk heerst namelijk ook de vraag of de verhogingen voldoende effect hebben. In de notulen is te lezen dat het idee heerst dat hogere rentes minder grip krijgen op de economie, aangezien bedrijven en consumenten de rentes van hun leningen hebben vastgezet toen geld vrijwel gratis was. Dit verzwakt en vertraagt het effect van de hoge rentes. Dit is een argument tegen een nieuwe verhoging, aangezien de daling van de inflatie vooral een kwestie van tijd is.
Amerikaanse oliereserves
Daarnaast houdt de disbalans op de Amerikaanse oliemarkt de gemoederen nog altijd bezig. Sinds de forse daling van de Amerikaanse commerciële oliereserves, zijn de voorraden weer fors toegenomen. Dat blijkt uit data van het Amerikaanse energieagentschap (EIA). Deze week nam de reserve met 1,83 miljoen vaten toe. De verwachting van de markt was dat de reserves met 2,55 miljoen vaten zouden toenemen. Opmerkelijk is dat ook de Amerikaanse voorraden van destillaten zijn gestegen. Tot nu toe zorgde een overproductie van ruwe olie in combinatie met een onderproductie van brandstoffen voor de groei van de voorraden. Inmiddels is de overproductie van olie zo fors, dat de hogere productie van destillaten de olieproductie niet meer kan compenseren.
De dieselprijs beweegt niet parallel aan de prijs van olie en zet een stapje naar boven. Op donderdag 16 mei €126,89 per 100 liter. Het grootste deel van de week steeg de dieselprijs juist. Maandag 21 mei bereikte de dieselprijs een stand van €128. Op woensdag 22 mei daalde de prijs tot €127,34.
