Gunstig omstandigheden voor windturbines en zonnepanelen hebben afgelopen dagen voor een ruim aanbod aan elektriciteit gezorgd. Groene stroom is door de hoge gas- en kolenprijs een goedkopere optie. Niet verwonderlijk dat de Duitse regering dat momentum pakt om de ambitieuze plannen voor de uitbreiding van zonneparken te presenteren.
De markt voor elektriciteit heeft afgelopen week relatief weinig uitschieters in prijs laten zien. Donderdag 10 februari noteerde de EPEX Spotnotering de hoogste prijs in zeven dagen, op €188,56 per MWh. De notering zakte zondag 13 februari terug tot €137,04 per MWh. Maandag 14 februari is de stroomprijs gestegen tot €175,76 per MWh. Daarmee is dit de tweede week op rij waarin de elektriciteitsprijs onder de €200 per MWh blijft.
Dat de prijs op een wat lager niveau ligt - al is dit nog altijd drie keer hoger dan vorig jaar -, komt vooral door het aanbod van stroom opgewekt uit zon en wind. Voldoende wind zorgt dat de windturbines het goed doen en het lengen van de dagen is merkbaar in de energieproductie van zonnepanelen. Als het aanbod van groene stroom tegenvalt, dan moeten energiebedrijven terugvallen op elektriciteit uit conventionele centrales en daarvan is de basisprijs relatief hoog. Dit door duur gas, kolen en emissierechten. Ter vergelijking: de prijs voor kolen stond 14 februari op $194 per ton, één jaar eerder was dat $65,20 per ton.
Duitse groene ambities
De Duitse regering heeft vorige week plannen gepresenteerd om het aantal zonnepanelen uit te breiden. De ministers van het ministerie van Economie en Klimaatbescherming en die van het ministerie van Milieu en Landbouw - beide van die Grüne - zijn het daarover eens geworden. Om de doelstelling (dat 80% van de gebruikte elektriciteit duurzaam is) te bereiken, wordt door de Duitse regering fors geïnvesteerd in zonne- en windparken. Dat mag niet ten koste gaan van de natuur, volgens de regering. De prioriteit ligt daarom bij het plaatsen van panelen in de bebouwde omgeving.
Maar ook de aanleg van zonneparken op landbouwgrond wordt nadrukkelijk als optie genoemd, al dan niet in combinatie met agrarisch toepassing voor de grond onder de panelen. Tot 15% van het areaal moet per bedrijf kunnen worden ingezet voor zonnepanelen, zonder dat dit invloed heeft op de GLB gelden. Beschermde gebieden, grasland, bouwland dat relevant is voor natuurbehoud en heidevelden moeten worden uitgesloten om redenen van natuurbehoud en klimaatbescherming.
De Duitse boerenbond DBV is uiterst kritisch op de plannen van de regering. "Het voorstel houdt onvoldoende rekening met belangen van de landbouw", schrijft secretaris-generaal Bernhard Krüsken. Een algemene uitsluiting van grasland en beschermde gebieden leidt ertoe dat de meest productieve velden worden overwoekerd met fotovoltaïsche cellen. "Het is niet houdbaar. Bij het kiezen van een locatie is het absoluut noodzakelijk om rekening te houden met agro-structurele overwegingen."