De oliemarkt jojoot flink op en neer de laatste weken. Na een stevig daling vorige week is de notering van Brent ruwe olie deze week weer flink gestegen. De oliemarkt is en blijft daarmee zeer volatiel en analisten zijn erg voorzichtig met het doen van voorspelling. Voor de langer termijn blijft Rusland de grote onzekere factor op de markt. Hoe handhaaft het land zich binnen de internationale gemeenschap. Voor de kortere termijn is het vooral Amerika dat de olieprijs en de daarmee nauw verweven inflatie probeert te beheersen.
Maandag 11 april sloot Brent ruwe olie op $99,52 per vat. Dat is het laagste niveau in een kleine maand tijd. De dip onder de $100 per vat bleek echter maar van korte duur. De rest van de week werd een stevig opmars ingezet en vandaag staat de notering van Brent op $111,66 per vat. Dat is dan weer de hoogste prijs tot nu toe in april.
Dat de markt zo volatiel is heeft verschillende oorzaken. De gevolgen van corona waren nog niet door de markt verwerkt of de volgende crisis diende zich al aan in de vorm van de oorlog in Oekraïne. Rusland is een grote olieproducent en is één van de weinige landen met serieuze reservecapaciteit om gaten op de markt te dichten. De huidige sancties en de dreiging van wel of geen aanvullende maatregelen zorgt voor veel onzekerheid onder handelaren.
Uniek situatie
Die onzekerheid is deze week nog eens aangewakkerd door de kredietbeoordelaars S&P en Moody's. Beide firma's verwachten dat Rusland in gebreke zou kunnen blijven met het voldoen van de staatsschuld die uitstaat in dollars en euro's. Niet omdat het land niet over voldoende reserves beschikt in deze valuta (sterker nog Rusland heeft de op drie na grootste reserves) maar omdat deze tegoeden door de westerse sancties zijn bevroren. Het zou daarmee voor het eerst sinds 1917, het jaar van de Russische revolutie, zijn dat Rusland de schuld in buitenlandse valuta niet voldoet.
De Russische economie drijft echter voor een belangrijk deel op de export van energie. Om het wegvallen van de Westerse markt te compenseren zoekt Rusland daarom naarstig naar andere afnemers. China is als buurland een logische optie, maar de Chinese leiders hebben in het verleden al vaker bewezen spijkerharde onderhandelaars te zijn en de uitgangspositie van Rusland is niet bepaald gunstig. India is een andere exportmogelijkheid voor Rusland. In tegenstelling tot China importeert India nauwelijks olie uit Rusland. De bulk van hun energie komt uit het Midden-Oosten. Vanuit het westerse kamp wordt onder leiding van de VS geprobeerd India achter de boycot op Russische olie te krijgen. New Delhi danst daarbij op een dun koord. Enerzijds heeft de regering de aanval op het soevereine Oekraïne veroordeeld, maar anderzijds wil het land zich niet zonder meer aansluiten bij het westen. Het is balanceren tussen internationale en nationale belangen. Russische olie tegen een flinke korting kunnen kopen is aanlokkelijk maar je wil daarbij niet de VS tegen je in het harnas jagen en vice versa.
Omstreden maatregel
De Amerikaanse president Biden heeft een nieuwe strategie gepresenteerd in de strijd tegen de hoge olieprijzen en daarmee samenhangende inflatie. Diverse oproepen aan de Opec om de productie op te voeren, hebben geen effect gehad. Daarom werd eerder al besloten door het Witte Huis om olie uit de strategische reserves op de markt te brengen. Woensdag 13 april werd bekend dat Biden nu ook het bijmengpercentage voor bio ethanol wil verhogen van 10% naar 15% in de zomermaanden. Deze maatregel dient twee doelen. Enerzijds moet de VS zo minder afhankelijk van Russische olie worden en anderzijds moet de benzineprijs voor de Amerikaanse consument omlaag gebracht worden.
De maatregel wordt overigens niet door iedereen met gejuich ontvangen. Verschillende partijen in de dierlijke/vleessector hebben al laten weten te vrezen voor onder andere stijgende voerkosten. De vraag is volgens hen in hoeverre dat doorberekend kan worden aan de consument. Vanuit andere hoeken klinkt er vooral kritiek op het inzetten van voedsel als brandstof. De armere landen in de wereld hebben nu al moeite voldoende graan in te slaan. Onder meer de Wereldbank en het IMF waarschuwden deze week voor een voedselcrisis. Dat roept voor sommige de vraag op of het moreel te verantwoorden is om een deel van de toch al krappe graanvoorraad als brandstof te verstoken.
Diesel zakt niet maar stijgt wel
In de dieselprijs valt op dat deze de trend van de ruwe olie netjes gevolgd heeft. Maandag 11 april stond diesel op €141,70 per 100 liter. Dat is deze week gestegen naar uiteindelijk €153,57 per 100 liter vandaag (vrijdag 15 april). Dat is opmerkelijk omdat de dieselprijs vorige week nauwelijks daalde ondanks dat de ruwe olie een flinke stap terug deed. Dat de diesel en ruwe olieprijs uit de pas lopen komt vaker voor en vaak wordt de winstmarge voor de oliemaatschappijen als belangrijke factor daarbij genoemd. Nu komt daar de extreme volatiliteit nog bij. Maatschappijen houden daarom extra marge aan.