De olieprijs is weer over de top van vorige week heen. Door lage vraag uit China is het Saudi-Arabië niet gelukt om de olieprijs permanent te verhogen. Een kleine opleving na een Chinese poging om de economische groei te herstellen, werd al snel in de kiem gesmoord door nieuws in Amerika afgeremd. De Amerikaanse centrale bank (Fed) kondigde namelijk aan dat nog minimaal twee renteverhogingen volgen.
Op 8 juni was de prijs van Brent-olie €75,96. Op maandag 12 juni daalde de olieprijs tot het laagste punt van de week. Op dat moment werd voor een vat €71,84 afgerekend. Op het moment van schrijven (donderdag 15 juni) schommelt de olieprijs rond de €73,30.
De lagere olieprijs laat zien dat de Saudische productieverlaging vooralsnog niet effectief is. Vorige week besloot Saudi-Arabië om zijn olieproductie met een miljoen vaten per dag te verlagen. De golfstaat probeerde hiermee de olieprijs weer een zetje in de rug te geven. Maar nog geen tien dagen na de aankondiging vond de olieprijs weer een nieuw dieptepunt.
Vooral lagere vraag ligt aan de daling ten grondslag. Lang hield de markt vast aan een flinke stijging van de olieprijs, maar inmiddels lijken de verwachtingen minder hoog te worden. Zondag 11 juni verlaagde Goldman Sachs de verwachtingen voor de olieprijs in de tweede helft van 2023. Tot zondag verwachtte de zakenbank dat een vat Brent-olie in deze periode voor $95 wordt verhandeld. Inmiddels heeft de bank de prognose bijgesteld naar $86 per vat. De voornaamste reden voor de lagere prijs is een tegenvallende Chinese vraag. Vooral de groei van de olie-intensieve Chinese industrie blijkt veel lager te liggen dan verwacht.
Momentum door centrale banken
Dat de olieprijs sinds maandag weer in de lift zit, is het gevolg van de beslissingen van de Amerikaanse en Chinese centrale banken. Om de Chinese economie weer wat momentum te geven, heeft de Chinese centrale bank haar rente voor kortetermijnleningen die binnen zeven dagen moeten worden terugbetaald met 0,1%punt verlaagd. China zet daarmee in op het verhogen van de lokale consumptie. Nu de vraag uit het westen tegenvalt is de Chinese industrie voor zijn groei afhankelijk van binnenlandse consumptie. De verwachting is dat een vergelijkbare verlaging voor middellangetermijnleningen volgt.
Ondertussen zorgt de Fed juist voor negatieve prijsdruk. De Amerikaanse centrale bank lijkt namelijk in te blijven zetten op renteverhogingen. Hoewel de centrale bank ervoor kiest om de rente deze maand met rust te laten, heeft de bank duidelijk gemaakt dat dit jaar nog minstens twee renteverhogingen van 0,25%punt volgen. De nieuwe verhogingen volgen op het nieuws dat de inflatie langzamer terugloopt dan verwacht.
De dieselprijs bleef deze week vrij stabiel. Op donderdag 8 juni werd diesel voor €112,88 per 100 liter verhandeld. Tot 13 juni daalde de dieselprijs licht, tot €110,79. Op donderdag 14 juni zette de dieselprijs weer een flinke stap omhoog, naar €112,60.
Binnenkort zal de dieselprijs permanent hoger uitvallen. Per 1 juli keren de accijnzen op brandstof namelijk terug. Door de hogere energieprijzen als gevolg van de Oekraïneoorlog waren brandstofaccijnzen tijdelijk afgeschaft. Nu de olieprijzen alweer bijna negen maanden dalen, vindt de overheid het genoeg geweest. De accijns voor diesel ligt rond de 52 cent per liter.
