Door lagere opbrengsten uit hernieuwbare bronnen en een hogere gasprijs viel de elektriciteitsprijs vorige week hoger uit. Vooral het hogere verbruik van airco's in Zuid-Europa duwde de elektriciteitsprijs omhoog.
De elektriciteitsprijs bleef vorige week vrij hoog. Op dinsdag 18 juli stond de elektriciteitsprijs op het hoogste punt van de week, bij een stand van €97,60 per megawattuur. Tot vrijdag 21 juli bleef de elektriciteitsprijs zeer stabiel. Op donderdag 20 juli was sprake van de laagste stand met €94,36. In het weekend daalde de prijs en op zondag vond de markt zijn dieptepunt. Op die dag werd elektriciteit voor €30,44 per megawattuur verhandeld.
Onder meer de lagere productie uit hernieuwbare bronnen drijft de elektriciteitsprijs omhoog. Nog slechts 53% van de Nederlandse stroom werd uit fossiele bronnen opgewekt. Zo'n 47,9% daarvan werd opgewekt uit de gratis bronnen zon en wind. Het grootste deel van de zomer lag dit percentage boven de 60% en werd meer dan 55% van alle stroom vrijwel gratis opgewekt. Vooral het grijze weer drukt zijn stempel op de elektriciteitsmarkt, want met name lagere opbrengsten door zonnecollectoren zorgen voor minder gratis stroom. In grote delen van Europa vallen de opbrengsten uit hernieuwbare energie overigens lager uit. Waar het soms bijna herfstachtige weer in Nederland flink wat wind met zich meebrengt, waait het in grote delen van Europa minder hard.
Daarnaast zorgt ook een opwaartse correctie op de gasmarkt voor hogere stroomprijzen. Op maandag 17 juli werd gas voor rond de €25 per megawattuur verhandeld. Op maandag 24 juli steeg de notering van de TTF naar rond de €30. Volgens analisten is de prijsstijging het gevolg van een hogere elektriciteitsdraad. Terwijl de opbrengsten uit hernieuwbare bronnen in het grootste deel van Europa afnemen, zet de extreme hitte in Zuid-Europa door. Hierdoor blijft de vraag van airco's hoog, terwijl er veel minder gratis energie beschikbaar is.
Het rommelt in de windsector
Ondertussen volgen de ontwikkelingen op het gebied van wind op zee zich snel op. Vorige week maakte Vattenfall bekend om te stoppen met de realisatie van een windpark op zee in de buurt van Norfolk met een vermogen van 1,4 gigawatt. Het Zweedse staatsbedrijf besloot de stekker uit het project te trekken nadat bleek dat de kosten 40% hoger uit bleken te vallen.
Toch lijkt de markt het vertrouwen in windenergie verre van verloren. Twee weken geleden besloten BP en Total €12,6 miljard in windenergie in zee in Duitsland te investeren. De verwachting is dat gemiddeld rond de 7 gigawatt beschikbaar komt vanaf het jaar 2030. Opmerkelijk is dat de bedrijven instappen zonder dat er subsidies aan te pas komen. In eerdere Duitse windenergieprojecten waren flinke subsidies een voorwaarde voor bedrijven om in te stappen. Duitsland is van plan om voor 2030 zijn capaciteit aan windenergie op zee tot 30 gigawatt uit te breiden. Eind 2022 was die capaciteit nog slechts 8,2 gigawatt.