De prijs van elektriciteit was deze week behoorlijk onstabiel. Daarvoor zijn twee oorzaken aan te wijzen: een hoge gasprijs en een groot verschil in de productie van hernieuwbare bronnen.
De elektriciteitsprijs schommelde deze week sterk. Op dinsdag 10 oktober stond de EPEX op €106,90. Daarna steeg en daalde de elektriciteitsprijs met flinke stappen. Op zaterdag 14 oktober zakte de prijs tot €39,49, maar maandag werd per megawattuur maar liefst €141,69 per megawattuur betaald.
Vorige week zagen we een duidelijke tweedeling op de elektriciteitsmarkt en de scheidslijnen werden hoofdzakelijk bepaald door de productiviteit van hernieuwbare bronnen. Op de dagen met een elektriciteitsprijs onder de €100 werd er veel zonne- en windenergie opgewekt. Was de prijs hoger dan €100, dan was de productie uit de twee hernieuwbare bronnen laag. Daarbij kwamen ook weer flink wat uren met een negatieve stroomprijs kijken. Vorige week dook de uurprijs maar liefst 19 keer onder de nul. Vooral de zaterdag springt er duidelijk uit. Op die dag werd 75% van de elektriciteit uit hernieuwbare bronnen opgewekt en was de stroomprijs twaalf uur negatief. De uitschieters naar boven waren deze week hoger dan vorige weken en werden wederom versterkt door een stijging van de gasprijs. Het grootste deel van de week stond de gasprijs boven de €50. Sinds 3 april werd die grens niet meer doorbroken. Daarmee lijkt de basisprijs van stroom weer definitief hoger te liggen.
Overigens is de kans reëel dat de gascentrales de komende tijd nog harder moeten werken en dat komt met name door een mogelijke verstoring rond de Franse kerncentrales. In Frankrijk staat het waterpeil in verschillende regio's laag. Door een gebrek aan koelwater moet de productie van kernenergie worden afgeschaald. Dit heeft het sterkst effect op Duitsland, dat minder goedkope stroom uit Frankrijk kan importeren. Mochten Franse kerncentrales moeten afschalen, dan zou de Duitse vraag naar Nederlandse stroom kunnen stijgen. Hierdoor zou het weleens kunnen dat Nederland meer duur gas moet verstoken om in de vraag te kunnen voorzien.
Groei zonnepanelen
Daarnaast blijft uit data van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat dat de productie van zonne-energie in 2022 weer stevig is gegroeid. In totaal is het totale vermogen van zonne-collectoren met 31% toegenomen. Daarbij valt het op dat de sterkste groei niet behaald werd door de groei van het aantal zonneweiden, maar door zonnepanelen bij consumenten en het MKB. Tussen 2020 en 2022 steeg het percentage aan stroom dat op de daken door zonnepanelen werd opgewekt van 17% naar 31%. Daarmee neemt de productie van huishoudens en het MKB de helft van de groei van zonne-energie voor zijn rekening.
Overigens werd ook het netwerk van grootschalige installaties uitgebreid. In totaal viel de groei van de capaciteit door nieuwe projecten 10% lager uit dan in 2021. Volgens het ministerie lijkt vooral de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie tot de stijging te hebben geleid. In totaal kwam 85% van de nieuwe projecten tot stand met deze subsidie.