Het verloop van de elektriciteitsprijs week deze week wat af van zijn gebruikelijke stramien. Niet op zondag maar op vrijdag bereikte de elektriciteitsprijs zijn laagste punt. Hoewel er behoorlijk wat hernieuwbare energie werd opgewekt, was de verdeling deze week verre van egaal. Daarnaast test Nederland de inzet van waterstofgas om huizen te verwarmen.
De elektriciteitsprijs is in tegenstelling tot andere weken amper gedaald. Op dinsdag 21 november werd elektriciteit voor €122,42 per megawattuur verhandeld. Opvallend genoeg bereikte de elektriciteitsprijs niet op zondag, maar op vrijdag 24 november de laagste prijs van de week, bij een stand van €84,72. Vanaf zondag stond de EPEX weer boven de €100.
De hoge elektriciteitsprijs dit weekend is direct te wijten aan lage opbrengsten uit hernieuwbare elektriciteit. Zaterdag was er sprake van een lichte daling van de productie van zonne- en windenergie. Op zondag daalde de productiviteit een stuk sterker. In totaal daalde de productie van zaterdag op zondag met ongeveer een factor drie.
Dat wil niet zeggen dat er weinig hernieuwbare energie werd geproduceerd. In totaal was 46,4% van de elektriciteit afkomstig uit zon en wind. In totaal werd 40,4% van de energie opgewekt door windturbines. Daarnaast wordt nog altijd zo'n 6% van alle elektriciteit door zonnecollectoren opgewekt. De productie bleek echter niet bepaald egaal over de week verdeeld. Omdat de productie op donderdag en vrijdag hoog uitviel, noteerde de gasprijs juist die dagen lager dan gebruikelijk. Meestal noteert de elektriciteitsprijs op deze dagen juist hoog, aangezien de industriële vraag naar elektriciteit op die dagen stevig is.
Transitie
Daarnaast is de eerste Nederlandse test met het verwarmen van huizen met groene waterstof gestart. In het Groningse dorp Wagenborgen worden 33 woningen van het aardgasnet afgehaald en aangesloten op een Waterstof Ontvangst Station (WOS) bij Eelshuis Energie. In het dorp onderzoekt netbeheerder Enexis of het mogelijk is om bestaande aardgasleidingen te gebruiken voor de transport van waterstof aan consumenten.
Dit zou wel eens een belangrijke stap kunnen zijn om van het gas af te gaan. Uit doorrekeningen van Dutch New Energy Research blijkt namelijk dat de Nederlandse stroomvraag in 2030 met 1 petajule (277,78 miljoen kWh) toeneemt. Hoewel dit een relatief kleine stijging is (het Nederlandse stroomverbruik was in 2021 zo'n 3.000 petajule), betekent de stijging weinig goeds voor het overvolle elektriciteitsnet.